Pulsar Hst 8 Geluid par. 1 VMBO-T2

Pulsar Hst 8 Geluid par. 1    VMBO-T2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Pulsar Hst 8 Geluid par. 1    VMBO-T2

Slide 1 - Tekstslide

Geluid 
  • Is een trilling 
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen, een tussenstof
  • verplaatst zich als een golf, net zoals een steentje dat                     golfjes veroorzaakt als je het in het water gooit

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Je gaat nu eerst twee filmpjes bekijken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Even een paar vraagjes om te kijken of je het al weet

Slide 7 - Tekstslide

Hoe heet een voorwerp dat zelf geluid maakt?

Slide 8 - Open vraag

Geluid onstaat door ....... in een geluidsbron.
A
trillingen
B
stroom
C
licht
D
snelheid

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
Bel

Slide 10 - Quizvraag

Je ontvangt geluid in je oor, de trillingen worden opgevangen door
A
je hamer
B
je trommelvlies
C
je neusholte
D
je trilharen

Slide 11 - Quizvraag

Waar kan geluid zich niet doorheen bewegen?
A
Lucht
B
Water
C
Beton
D
Vacuüm

Slide 12 - Quizvraag

Op welke manier versterkt een geluidsinstallatie geluid?
A
Met een klankkast
B
Elektrisch

Slide 13 - Quizvraag

Belangrijkste van deze paragraaf:
Iets wat zelf geluid maakt is een geluidsbron

Geluid is een trilling die door een geluidsbron wordt gemaakt

Geluid kan zich alleen voortplanten door een tussenstof, dus niet door vaccuum!

Slide 14 - Tekstslide

Een tussenstof geeft dus de trilling door tot in je oor. Daar komt het tegen je trommelvlies aan, dit gaat ook trillen en geeft signalen door aan jouw hersenen.

Versterking van geluid kan met een klankkast (bv in een gitaar) of elektrisch met een versterker.

Slide 15 - Tekstslide

Je kunt nu de opgaven van 
paragraaf 4.1 gaan maken. 

Succes!

Slide 16 - Tekstslide