H1 Stoffen - 1.4 Materialen

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H1 Stoffen - 1.4 materialen

Benodigheden

- Schrift

- Pen, potlood

- Laptop

LessonUp: 

JA!

Telefoons in de telefoontas!

Drijven, zinken of zweven? De volgende stoffen worden in water gedaan. 

Wat gebeurd er? Sleep de stoffen naar de juiste gebeurtenis.

TIP: Gebruik je Binas

Benzine

Plexiglas

Messing

Zalm

Stookolie

Rob bepaalt het volume van een schaakstuk met de onderdompelmethode (zie afbeelding 2) Wat is het volume van dit schaakstuk?

1. 5,1 cm3
2. 6 cm3
3. 10 cm3
4. 16 cm3

100 gram zand heeft een volume van 62,5 cm3. Bereken de dichtheid van zand.

Lesdoel

• Ik weet het verschil tussen een materiaal en een stof 
  
• ik weet wat stofeigenschappen zijn en kan voorbeelden geven van stofeigenschappen
• ik weet waarvoor metalen worden gebruikt en wat  legeringen zijn  
• ik kan temperatuur om rekenen van Celcius naar Kelvin en van Kelvin naar Celsius 
• ik weet waarvoor kunststoffen worden gebruikt en wat composieten zijn

Welke stofeigenschappen ken je?

Stofeigenschappen

Stoffen kun je herkennen aan hun eigenschappen (stofeigenschappen)

Stofeigenschappen zijn:

• Kleur, Geur , Smaak, 
  
• doorzichtigheid, giftigheid, hardheid
• Brandbaarheid, kookpunt, smeltpunt, Fase bij bepaalde temperatuur 
• Magnetisch 

Jeroen heeft een doorzichtig groen vierkant doosje dat licht ontvlambaar is. Hoeveel stofeigenschappen van het doosje weet je nu?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Sleep naar het juiste

materiaal!

Geef aan welke eigenschappen welke stof heeft!

Hout

Staal

kleine dichtheid

grote dichtheid

hard

zacht

roest

kan rotten

smeltpunt 1507 ˚C

Waarom zijn massa en vorm geen stofeigenschap?

stofeigenschappen

• Massa en vorm zijn geen stofeigenschappen
  

• een suikerklontje of een theelepel suiker. De vorm en massa zijn anders, maar de stof blijft nog steeds hetzelfde

Wat wordt er bedoeld met elk materiaal is een stof maar niet elke stof is een materiaal.

Materialen 

• Gebruik je voor maken van producten
  
• keuze voor materiaal hangt af van eigenschappen 
• Eigenschappen moeten passen bij gebruik van voorwerp
• Elk materiaal is een stof maar niet elke stof is een materiaal

Metalen 

• Vele verschillende metalen elk metaal heeft zijn eigen eigenschappen 
  

1. koper geleid stroom, 
   
2. Nikkel is magnetisch, 
3. Aluminium is licht. 
4. Titanium is heel sterk 
   
5. Staal heeft een hoge dichtheid

• Je kiest het metaal voor de juiste toepassing

Uit hoeveel soorten metalen bestaan 10, 20 en 50 eurocent muntjes?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Legering

• Een legering is een mengsel van twee of meer metalen
  
• Bij een legering worden goede eigenschappen van verschillende metalen gecombineerd
• Staal heeft eigenschap dat het roest. 
• Door staal te mengen met nikkel en chroom ontstaat legering Roestvaststaal (RVS)
• Roestvast staal heeft eigenschap dat het niet of nauwelijks roest. 
• Binas tabel 37 vindt je informatie over legeringen. 

Temperatuur omrekenen

• in natuurkunde en techniek is eenheid van temperatuur Kelvin 
  
• 0 K is de laagste temperatuur mogelijk 

• Tkelvin = TCelsius + 273

• Tcelsius = Tkelvin - 273

Het smeltpunt van Aluminium is 933 K. Hoe groot is het smeltpunt in graden Celsius

1. 1206
2. 933
3. 660

Reken om:
- 15 Kelvin is

1. -288 graden Celsius
2. 258 graden Celsius
3. -258 graden Celsius
4. absolute onzin

Kunststof / composiet

• kunststoffen worden gebruikt als vervanging van metalen
  
• Eigenschappen van kunststof  licht, goedkoop en gemakkelijk te maken. Worden niet aangetast door andere stoffen
• Composiet is een kunststof versterkt door vezels
• Voorbeelden Composiet: Aramide / kevlar (kogelwerende vesten) , Carbon (race fietsen / formule 1 auto's)

Aan de slag/ huiswerk voor maandag 3 oktober 

Toets H1 is op maandag 10  - oktober.  

Aan de slag

1. Maken: 1.4 opdracht: 1, 3, 5, 7, 9, 10, 13, 14, 17, 19, 20, 21, 22, 23, 26

• Maak gebruik van binas en tekstboek voor beantwoorden van vragen. 
• Klaar is nakijken + verbeteren gemaakt werk. 
•