2.1 mavo/havo Steeds meer mensen

H2 bevolking en cultuur
§1 Steeds meer mensen

 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 bevolking en cultuur
§1 Steeds meer mensen

 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Leerdoelen
Uitleg §1
Aan de slag met utopia
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Studieplanner laten zien.

Slide 3 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid 
Bevolkingsdichtheid
Aantal inwoners per vierkante kilometer
  • Dichtbevolkte gebieden
    - hoge bevolkingsdichtheid
  • Dunbevolkte gebieden
    - lage bevolkingsdichtheid
 


Slide 4 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid
Aantal inwoners : oppervlakte land = bevolkingsdichtheid

Voorbeeld Nederland:
Inwoners (bijna) 18.000.000
Oppervlakte 42000 km2


Slide 5 - Tekstslide

Bevolkingsspreiding
Op deze kaart zie je de bevolkingsspreiding van Nederland. 

Wat valt je op.
Vinger omhoog als je wat wilt zeggen.

Slide 6 - Tekstslide

Op deze kaart zie je de bevolkingsspreiding van de wereld.
Hier is ook goed te zien dat een natuurlijke factor een rol speelt.

Slide 7 - Tekstslide

Waar gaan mensen wonen?

  • Langs rivieren
  • Aan de kust
  • gunstig klimaat


Dus, gunstig klimaat & goed bereikbaar. 
Waar wonen minder wensen?

  • Woestijn
  • Oerwoud
  • Bergen
  • Koude gebieden

Dus, extreem klimaat & slecht bereikbaar.

Slide 8 - Tekstslide

Verhuizen / sociale bevolkingsgroei
De bevolking kan ook groeien en/of krimpen omdat mensen verhuizen.
Als je naar een ander land verhuisd noemen we dit migreren.

Slide 9 - Tekstslide

Migreren
Emigreren: je verlaat je land om ergens anders te gaan wonen (E van Exit)

Immigreren: je komt een land binnen om er te gaan wonen (I van In)

Slide 10 - Tekstslide

Sandra gaat verhuizen van Nederland naar Engeland.
Is Sandra een Emigrant of Immigrant?
A
Emigrant
B
Immigrant

Slide 11 - Quizvraag

Badr komt in Nederland wonen. Is hij een emigrant of immigrant?
A
Emigrant
B
Immigrant

Slide 12 - Quizvraag

Dani verhuist van Lochem naar Brussel (België). Is Dani een emigrant of immigrant?
A
Emigrant
B
Immigrant

Slide 13 - Quizvraag

Melis verlaat Georgië en komt in Nederland wonen.
Is zij voor Nederland een Emigrant of Immigrant?
A
Emigrant
B
Immigrant

Slide 14 - Quizvraag

Push en pull factoren
Push: je wilt ergens weg
Pull: je voelt je ergens tot aangetrokken.

Voorbeeld:
In Nederland zijn de huizen te duur (push)
In Spanje kan ik een villa met zwembad kopen van mijn spaargeld (pull)

Slide 15 - Tekstslide

De redenen om te verhuizen
Economische reden -> arbeidsmigrant
Politieke reden -> asielzoeker
Natuurlijke/ecologische reden -> klimaatmigrant
sociale redenen -> gezinshereniging 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk nu samen met je buur zelf een push en pull factor. Dit mag over emigreren gaan maar ook over kleine zaken.

timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Waarom verhuizen mensen?
Push factoren (duwen je weg):
  1. mensen hebben geen werk of leven in armoede.
  2. mensen vluchten voor oorlog of worden vervolgd.
  3. mensen verlaten hun land om een natuurramp.

Slide 18 - Tekstslide

Waarom verhuizen mensen?
Pull factoren (trekken je aan):
  1. In het land waar ze naar toe willen is meer werk of een beter inkomen.
  2. Het land waar ze naar toe willen is veilig. Er is geen oorlog.
  3. In het land waar ze naar toe willen zijn geen natuurrampen. 

Slide 19 - Tekstslide

Utopia!!!
Maar eerst even de leerdoelen checken.

Slide 20 - Tekstslide

HUISWERK
Alle opdrachten van 2.1 behalve de bosatlas opdrachten.

Slide 21 - Tekstslide