Getallen t/m 1000 (23-09)

Aanwezigheid
  • Doe je telefoon in de telefoontas;
  • Pak je spullen voor je (leerboek Code+, schrift, pen);
  • De les begint.
  • Hoe gaat het met jullie?


1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Aanwezigheid
  • Doe je telefoon in de telefoontas;
  • Pak je spullen voor je (leerboek Code+, schrift, pen);
  • De les begint.
  • Hoe gaat het met jullie?


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Nakijken
- Getallenoefening
- Getallen oefenen tot 20
_ Getallen oefenen tot 100
- Getallen oefenen tot 1000

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Getallenoefening
Je oefent de getallen onder de 1000. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

30
A
twintig
B
dertig
C
veertig
D
vijftig

Slide 9 - Quizvraag

60
A
zestig
B
zeventig
C
tachtig
D
negentig

Slide 10 - Quizvraag

40
A
twintig
B
dertig
C
veertig
D
vijftig

Slide 11 - Quizvraag

55
A
vijfendertig
B
vijfenvijftig
C
vijfenzestig
D
vijfenzeventig

Slide 12 - Quizvraag

83
A
drieëntwintig
B
drieënveertig
C
drieënzeventig
D
drieëntachtig

Slide 13 - Quizvraag

300
A
honderd
B
tweehonderd
C
driehonderd
D
vierhonderd

Slide 14 - Quizvraag

1000
A
honderd
B
vijfhonderd
C
negenhonderd
D
duizend

Slide 15 - Quizvraag

100

Slide 16 - Open vraag

500

Slide 17 - Open vraag

66
A
zesendertig
B
zesenveertig
C
Zesenvijftig
D
zesenzestig

Slide 18 - Quizvraag

120
A
hondertien
B
honderdtwintig
C
honderddertig
D
honderdveertig

Slide 19 - Quizvraag

850
A
achthonderdvijftig
B
achthonderdzestig
C
achthonderzeventig
D
achthonderdtachtig

Slide 20 - Quizvraag

Luister. Welke is goed?
A
60
B
16

Slide 21 - Quizvraag

Luister
A
51
B
15

Slide 22 - Quizvraag

Luister
A
112
B
121
C
212

Slide 23 - Quizvraag

Luister
A
268
B
628
C
286

Slide 24 - Quizvraag

Luister
A
5112
B
512
C
50012

Slide 25 - Quizvraag

Hoe schrijf je: 21
A
eenentwintig
B
tweeentwintig
C
eentwintig
D
twaalf

Slide 26 - Quizvraag

Hoe schrijf je
honderdendertien
A
131
B
1013
C
113

Slide 27 - Quizvraag

Hoe schrijf je
58
A
achtenvijftig
B
vijfentachtig
C
vijfenacht

Slide 28 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
954
A
negenenvijfvier
B
negenhonderd-vierenvijftig
C
negenduizendvierenvijf-tig
D
negenhonderd-vijfenveertig

Slide 29 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
vierhonderdenvijfenzeventig
A
574
B
754
C
547
D
475

Slide 30 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
tweehonderdenvijftig
A
520
B
2050
C
250

Slide 31 - Quizvraag

Getallendictee 
Pak een pen en papier. Schrijf de getallen op die je hoort. 
Je hoort ze 2x 

Slide 32 - Tekstslide

Dit zijn de getallen: 
15, 19, 154, 29, 166, 
201, 865, 19, 75, 115, 
753, 78, 37, 16 

Slide 33 - Tekstslide

Schrijf de getallen in het Nederlands op.
15, 19, 154, 29, 166, 
201, 865, 19, 75, 115, 
753, 78, 37, 16 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Huiswerk
Leer de woorden van Hoofdstuk 1 en 2
(blz. 28 en blz. 56)

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Lesdoel
  • Je weet waar je op let als je een uitnodiging of flyer maakt.

Slide 40 - Tekstslide

140

Slide 41 - Open vraag

220

Slide 42 - Open vraag

480

Slide 43 - Open vraag

910

Slide 44 - Open vraag