Lezen in een boek (zorg dat je boek uit is op 3 juni)
Woordenschat H6 Zoeken in een woordenboek
Taalverzorging H6
Voorzetsels
Slide 3 - Tekstslide
Lezen
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Taalverzorging H6 Voorzetsels
Doel: Je leert over voorzetsels en vaste voorzetsels bij werkwoorden.
Slide 5 - Tekstslide
Voorzetsels H6
Start:
Waar kan de vogel zijn?
bijvoorbeeld: op de kooi
Slide 6 - Tekstslide
Voorzetsels H6
Voorzetsels (vz) zijn vaak korte woorden, zoals op, na en door.
Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen, een vast voorzetsel.
Bijvoorbeeld:
• houden van: John houdt van chocola.
• luisteren naar: Luister jij naar het advies van de tandarts?
Slide 7 - Tekstslide
Voorzetsels H6
In een woordenboek kun je vaste voorzetsels opzoeken.
www.vandale.nl
bijvoorbeeld:
Slide 8 - Tekstslide
Voorzetsels H6
Voorzetsels (bijvoorbeeld): op, in, tussen, naast, achter, voor, onder, na, naar, bij, tijdens etc
Onthoud de vaste voorzetsels bij werkwoorden: denken aan, piekeren over
Maken: 3 (klassikaal) 1, 2, 4, 10b
timer
20:00
Slide 9 - Tekstslide
Woordenschat H6
Doel: Je leert woordbetekenissen opzoeken in een woordenboek.
Slide 10 - Tekstslide
Woordenschat H6
Zoeken in een woordenboek
Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kun je in de tekst naar de betekenis zoeken. In hoofdstuk 1 tot en met 5 heb je hiervoor vijf manieren geleerd.
Vind je de betekenis niet in de tekst? Gebruik dan een woordenboek.
Slide 11 - Tekstslide
Woordenschat H6
Hoofdstuk 1: Een synoniem zoeken Hoofdstuk 2: Een betekenis zoeken in de tekst Hoofdstuk 3: Een voorbeeld zoeken Hoofdstuk 4: Een tegenstelling zoeken Hoofdstuk 5: Een bekend woorddeel zoeken
Hoofdstuk 6: Zoeken in een woordenboek
Slide 12 - Tekstslide
Woordenschat H6
Hoe zoek je in een woordenboek?
• het hele werkwoord (aangeschaft bij aanschaffen)
• het enkelvoud van het woord (certificaten bij certificaat)
• de korte vorm van het woord (commerciële bij commercieel)
• een deel van de samenstelling (gezondheidsrisico bij gezondheid en/of risico)
Slide 13 - Tekstslide
Woordenschat H6
Hoe zoek je in een woordenboek?
In het woordenboek staan bij een woord vaak meerdere betekenissen. Je moet dan de betekenis kiezen die in de tekst past.
Bijvoorbeeld: Als je tandvlees bloedt tijdens het poetsen, is het meestal ontstoken.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Woordenschat H6
Hoe zoek je in een woordenboek?
• het hele werkwoord (aangeschaft bij aanschaffen)
• het enkelvoud van het woord (certificaten bij certificaat)
• de korte vorm van het woord (commerciële bij commercieel)
• een deel van de samenstelling (gezondheidsrisico bij gezondheid en/of risico)
Maken: 3, 4, 7, 10b
timer
20:00
Slide 16 - Tekstslide
Huiswerk
Leesboek meenemen Voorzetsels H6: 4 en 10 Woordenschat H6: 7a en 10b