klas2/3 introles geschiedenis

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 2

Zoek de drie andere personen met de juiste puzzelstukken en ga bij elkaar zitten. Overleg zachtjes: welk historisch figuur is dit?

2B/K introles geschiedenis

Lesplanning

Wat gaan we vandaag doen?

1. Puzzel 

2. Leerdoelen

3. Voorstellen docent

3. Spullen

4. Hoe werkt het boek?

5. Afsluiting

Puzzel

Kennen jullie de historische figuren op de puzzels?

Wat weet je al of nog?

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

...heb je kennis gemaakt met historische figuren die we dit jaar gaan bespreken

...ken je jouw docent beter

...weet je welke spullen je bij je moet hebben voor geschiedenis

 ...weet je hoe het boek werkt

...weet je hoe een geschiedenisles verloopt

Even voorstellen...

Ik ben mevrouw Van der Lubben.

Wat denken jullie over mij te weten?

Hoe oud ben ik?

1. 29
2. 38
3. 43
4. 53

Hoeveel kinderen heb ik?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 5

Hoe heet mijn zoontje?

1. Socrates
2. Jesper
3. Darius
4. Floris

Hoe lang sta ik al voor de klas?

1. 5 jaar
2. 10 jaar
3. 20 jaar
4. 25 jaar

Wat is mijn favoriete geschiedenis onderwerp?

1. De prehistorie
2. De Oudheid
3. De Eerste Wereldoorlog
4. De Koude Oorlog

Wat is jouw favoriete geschiedenis onderwerp?

Waarom heb je geschiedenis gekozen?

Wat heb je nodig?

Welke spullen neem je mee naar geschiedenis?

Welke spullen neem je mee naar de geschiedenisles?

Ik ga naar geschiedenis en ik neem mee...

Je boek (het eerste deel)

Je opgeladen laptop (en een lader)

Schrift

Gevulde etui met pennen, kleurpotloden en geodriehoek

Drie minnetjes equals....

Vertel eens!

Je boek

Hoe werkt je geschiedenisboek?

Hoor mij aan!

Aan het werk!

Begrippen uit deze les

Test jezelf!

Wat betekent het begrip
minister-president?

1. Persoon die in het kabinet verantwoordelijk is voor een deel van de overheid.
2. Assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken.
3. Leider van het kabinet.
4. Persoon die het hoogste gezag heeft in een land.

Exit ticket

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.