antwoorden H1 woordenschat kgt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Opdracht 1

onbegaanbaar – niet begaanbaar

jutten – zoeken naar overblijfselen op het strand

overblijfstelen – resten

stikheet – erg heet

flora en fauna – planten en dieren

Opdracht 2

1 C je allermooiste sprong

2 Iets doen waardoor je dichter bij je doel komt.

3 Een jumpmaster is een ervaren instructeur.

4 Een vrije val: de eerste 40 seconden als je uit een vliegtuig sprint en de parachute nog niet is geopend.

5 Een synoniem voor dropzone is landingsplek.

6 4 (familie, vrienden, buren, klasgenoten)

7 De figuurlijke betekenis van met beide benen op de grond staan: je doet en denkt ‘gewoon’; je doet of denkt niet zoals je misschien in je dromen doet

Opdracht 1

8 Een internationale luchthaven is en vliegveld waarop je vliegtuigen uit verschillende landen vindt.

9 De tegenstelling van tandemsprong is solosprong.

10 Een tandemsprong is een sprong uit een vliegtuig waarbij je gekoppeld bent aan een ervaren instructeur.

Opdracht 1

11 ideale – zo goed of fijn als je maar kunt wensen

gelegenheid – mogelijkheid

panorama – uitzicht naar alle kanten

instructeur – iemand die (voor zijn beroep) uitleg geeft

uitgebreide – uitvoerige

instructie – uitleg

gekoppeld – stevig vastgehaakt

medische verklaring – verslag waaruit blijkt dat je gezond bent

maximale – hoogste

dienen – moeten

indien gewenst – als je dat wilt                               absoluut – zeker weten

Opdracht 2 en 3

absoluut – zeker weten

aanrader – advies, aanbeveling

krijg je de smaak te pakken – vind je het zo leuk dat je er bijna niet mee kunt ophouden

    Opdracht 3

1 gekoppeld

2 absoluut

3 Indien gewenst

4 ideale

5 medische verklaring

6 gelegenheid

Opdracht 4

1 ideaal

2 maximaal

3 instrueren

4 dient

5 panoramisch

6 aangeraden

Opdracht 5

aanrader advies

absoluut zeker weten

dienen moeten

gelegenheid mogelijkheid

instructie uitleg

uitgebreide uitvoerige

Opdracht 6

eigen antwoorden, bijvoorbeeld:

1 de smaak te pakken krijgen, situatie:

als je een keer hebt gedoken in de zee, wil je het vaker doen

2 de sprong van je leven, situatie:

van de tien meter hoge duikplank springen

3 een stap in de goede richting zetten, situatie:

de eerste keer naar een sportschool gaan

4 met beide benen op de grond staan, situatie:

je fantaseert niet dat je ooit in het Nederlands elftal zult spelen. Je bent gewoon tevreden met je plaats bij je eigen club.

Opdracht 7

1 handhaven

2 prioriteit

3 imiteren

4 voorkomen

5 periode

6 voltooien

Opdracht 8

1 een troep apen

2 een zwerm bijen

3 een kolonie meeuwen

4 een kudde schapen

5 een school vissen

6 een roedel wolven

Opdracht 9

1 synoniem

2 alleen

3 woordenboek

4 panorama

5 voorbeeld

6 instructeur

7 medische

8 opnieuw

9 aanrader

10 planten

11 gelegenheid

12 landelijk

13 gekoppeld

14 maximaal

15 uitgebreide

16 absoluut