Unit 4 lesson 5,1 + 5,2

- The flag from Canada
- Canada
- History of Canada
- Nature of Canada
- Animals in Canada
Welcome to 




   Canada
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

- The flag from Canada
- Canada
- History of Canada
- Nature of Canada
- Animals in Canada
Welcome to 




   Canada

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 4 Lesson 5
Words about going out
Study Vocab page 171 + 172

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan for today
Study words about going out
Grammar explanation: To be going to, will and shall
Do exercises

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij het woord Future?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Will / Shall + hele ww
Je gebruikt will / shall + hele ww als dingen 
spontaan gebeuren en als je een voorspelling doet zonder bewijs (bijvoorbeeld een mening).

I think we will stay inside a few more weeks longer.
Shall I close the window? It's cold outside!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen?

  1. Will / Shall + hele ww 
  2. To be + going to + hele ww

Maar wanneer welke vorm?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

will + not = WON'T

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future = will
I will not read
you will not swim
he will not write
we will not sing
you will not dance
they will not walk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future = will
Shall I read ?
will you swim?
will he write?
Shall we  sing?
Will you dance?
Will they  walk ?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. To be + going to + hele ww
Je gebruikt to be + going to + hele ww als dingen vooraf al gepland zijn en als je een voorspelling doet met bewijs.

The teacher is going to grade the exams tonight.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future = to be going to
I am not going to read
you are not going to swim
he is not going to write
we are not going to sing
you are not going to dance
they are not going to walk

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Future = to be going to
Am I going to read ?
Are you going to swim?
Is he going to write?
Are we going to sing?
Are you going to dance?
Are they going to walk ?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chris _____ his grandmother tomorrow.
A
is going to visit
B
will visit

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

________ (open - I) the window?
A
Will I open
B
Am I going to open
C
Shall I open
D
Do I open

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It _____ rain, I checked the weather
app! So, don't take your umbrella!
A
doesn't
B
shan't
C
won't
D
isn't going to

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I hope the weather _____ nice.
A
will be
B
is going to be
C
shall be
D
is

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hey Sarah, ___ we ___ 'Lady and the tramp' at the cinema tonight?
A
will - watch
B
shall - watch
C
are - going to watch
D
are - watching

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you understand the Future: will/shall & to be going to?
Yes
No
Maybe

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Exercise 1, 2, 3, 6, 7, 10

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- The flag from Canada
- Canada
- History of Canada
- Nature of Canada
- Animals in Canada
Welcome to 




   Canada

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan for today
Study expressions about making plans
Grammar explanation: To be going to, will and shall
Do exercises

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit 4 Lesson 5
Expressions about making plans
Page 173

timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 grammar:
 the future - 'to be going to', 'will' & 'shall'

- Op de volgende slide krijg je uitleg over de volgende grammatica:  the future (to be going to, will & shall)

- Dit is een lastig stukje grammatica dus maak hierbij ook aantekeningen!



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


TO BE GOING TO

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je 'to be going to'?
going to - (op 2 manieren)
1.  bij plannen die al gemaakt waren voor het moment van spreken
bijv. I am going to visit John this afternoon
(dit stond al gepland voordat je deze zin uitsprak).

2. als er op het moment van spreken aanwijzingen zijn dat iets in de toekomst gaan gebeuren
bijv. Look at those dark clouds. It's going to rain. 
(de donkere wolken zijn een aanwijzing dat het in de toekomst gaat regenen)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je 'to be going to':
Bevestigende/gewone zinnen

Vorm:
I + am + going to + hele werkwoord
you/we/they + are + going to + hele werkwoord
he/she/it + is + going to + hele werkwoord

Bijv. I am going to visit my grandmother today.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je 'to be going to':
vragen en ontkenningen
am + I + going to + hele werkwoord?
 are you/we/they + going to + hele werkwoord?
 is + he/she/it +  going to + hele werkwoord?
Bijv. Am I going to visit my grandmother today?

I + am not + going to + hele werkwoord
you/we/they + are not + going to + hele werkwoord
he/she/it + is not + going to + hele werkwoord
Bijv. I am not going to visit my grandmother today. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's practice:
 
op de volgende slides komen oefen opdrachten over de uitleg van de vorige dias. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peter .... study History after his exams.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What are you doing next weekend?
I .... celebrate my birthday Saturday night.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oh no, look! My bus is late!
I ...... too late at the airport.
A
am being
B
will be
C
am going to be
D
shall be

Slide 35 - Quizvraag

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.
Maybe I .... go home. Or maybe not. I don't know yet.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Will & Shall

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je 
Will - (op 2 manieren)
1. Als je een beslissing neemt op het moment van spreken
bijv. Do you think John is at home? I think I will call him this afternoon. 
(Je hebt op het moment van spreken besloten om John vanmiddag te gaan bellen)

2. Bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek of voorspelling
 bijv. He will not be on time, he is always late. OF Those boxes look heavy, I will help you carry them. 
(Zin 1: je voorsptelt dat hij niet optijd komt. Zin 2: je biedt aan om de dozen te dragen)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je
Shall

In vragen kun je will OF shall gebruiken:
- Shall gebruik je alleen met I en we. 
- Shall wordt vooral gebruikt om te vragen naar een mening, bij voorstellen en om iets aan te bieden. 
bijv.  Shall we go out or stay in?  - (je vraagt naar een mening)
Shall we go shopping this weekend?  - (je doet een voorstel)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Will & Shall,
Hoe maak je die & wanneer gebruik je die?





-Gewone/bevestigende zin: Will + hele ww               (it will be dark soon)
-ontkennende zin: will not (won't) + hele ww            (it will not be dark soon)
-vraagzin: will + ... + hele ww                                             (will it be dark soon?)
-vraagzin (alleen bij een aanbod of voorstel!) : shall + hele ww 
                                                                                                        (shall I help you with this?)
Regel
Voorbeeldzin
1. om te vertellen dat iets in de toekomst gaat gebeuren
1. It will be dark soon
2. Om aan te geven dat iets spontaan besloten wordt zonder dat het gepland is
2. I will help you in a minute. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My plane ___ (arrive) at 10pm tomorrow evening.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I ___ (not start) school tomorrow. I still have one week of vacation.
(helemaal uitschrijven!!)

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

___ they ___ (move) next week or the week after?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

___ I ___ (help) you with moving the boxes?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Well done!

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Exercise: 4, 5, 8, 9, 12, 13
PAGE 159

31st of MaY

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies