Quiz Duitsland

Herzlich Wilkommen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Wilkommen!

Slide 1 - Tekstslide

1.Okterberfest is ………..
A
een Koninginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in de stad München.
C
carnavalsoptocht in de stad Keulen
D
een schoolfeest in oktober

Slide 2 - Quizvraag

2.Wie heißt dieses Fußballstadion und wo steht es?
A
die Allianz Arena in Stuttgart
B
die Mercedes-Benz-Arena in München
C
die Mercedes-Benz-Arena in Stuttgart
D
die Allianz Arena in München

Slide 3 - Quizvraag

3.Duits is de meest gesproken moedertaal in de Europese Unie.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

4. Duits is de meest gesproken taal in Europa. Dat mensen in Zwitserland en Oostenrijk ook Duits praten, weet iedereen. Maar waar wordt het nog meer als moedertaal gesproken?

A
In Italië, België en Luxemburg
B
In Denemarken, Liechtenstein en Italië
C
In Zweden, Spanje en Luxemburg

Slide 5 - Quizvraag

5.Wat is de grootste stad van Duitsland?
A
Hamburg
B
Frankfurt
C
Berlijn
D
Köln

Slide 6 - Quizvraag

9.Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Fahrbahn
B
Autobahn
C
Schnellweg
D
Fahrweg

Slide 7 - Quizvraag

10.Wat is een Stau?
A
wegwerkzaamheden
B
afrit
C
file
D
parkeerplaats

Slide 8 - Quizvraag

11.Hoeveel inwoners heeft Duitsland?
A
83 Millionen
B
802 Tausend
C
75,3 Millionen
D
17 Millionen

Slide 9 - Quizvraag

13.Wat zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
der Berliner Dom
C
der Bundestag
D
das Brandenburger Tor

Slide 10 - Quizvraag

15.Wat is de grootste pretpark in Duitsland?
A
Wunderland Kalkar
B
Movie Park Germany
C
Fort Fun
D
Europapark

Slide 11 - Quizvraag

17.Wat krijg je als je in Duitsland een "Frikadelle" bestelt? Een ...
A
braadworst met saus
B
soort gehaktbal
C
broodje kroket
D
frikandel met mayo, curry en uitjes

Slide 12 - Quizvraag

19. Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Toyota
C
Mercedes
D
Volkswagen

Slide 13 - Quizvraag

20.Welke drie merken zijn Duits?

A
Ikea, Facebook en Chanel
B
Dr. Oetker, Adidas en Porsche
C
Apple, Porsche und Nike
D
Haribo, LÓreal en Fiat

Slide 14 - Quizvraag

22.Een Duitse(r) spreekt zijn baas aan met …
A
du (jij)
B
Sie (u)

Slide 15 - Quizvraag

23."bellen" betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen

Slide 16 - Quizvraag

26.In het Duits zet je soms een Umlaut op:
A
de a, o, i, u
B
de i, u, e
C
de a, o, u
D
de a, i, u, o, e

Slide 17 - Quizvraag

27.juist of onjuist?
de vertaling van "es"= het
de vertaling van "ihr"= jullie
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag


A
Giorgio Armani
B
Louis Vuitton
C
Hugo Boss
D
Karl Lagerfeld

Slide 19 - Quizvraag

33.Wat is een Duitse uitvinding?
A
tandpasta
B
onderzeeboot
C
flitspaal
D
bluetooth

Slide 20 - Quizvraag

34.Wat is nog een Duitse uitvinding?
A
aspirine
B
vierwielaandrijving
C
microscoop
D
brandweerslang

Slide 21 - Quizvraag

35."du bist ein Glückspilz"
A
een mazzelaar
B
een twijfelaar
C
een paddestoel
D
een winnaar

Slide 22 - Quizvraag

36.Welches Lied hörst du?
A
Applaus, Applaus- Sportfreunde Stiller
B
Monsta- Culcha Candela
C
Wenn sie Tanzt- Max Giesinger
D
Hamma!- Culcha Candela

Slide 23 - Quizvraag

Tschüss!! 
Tschüssie!! 

Slide 24 - Tekstslide