Je mag zelf kiezen welke tekst je leest. De opdracht is: schrijf in per alinea (in 1 of 2 zinnen) op waar de alinea over gaat.
Slide 16 - Tekstslide
Kijk goed: Spiderman
He can
He can (hij kan) ...
He has (hij heeft) ...
Slide 17 - Tekstslide
Schrijf 3 zinnen over Spiderman
Slide 18 - Open vraag
Example
Slide 19 - Tekstslide
Nu gaan jullie zelf aan de slag
Wat heb je nodig?
- 1x wit A4
- Kleurpotloden/stiften
- Pen/potlood
- Met een computerprogramma tekenen mag ook
Slide 20 - Tekstslide
Nu gaan jullie zelf aan de slag
Wat ga je doen?
Stap 1: Bedenk een naam voor jouw superheld.
Stap 2: Bedenk de krachten en zwaktes van jouw superheld.
Stap 3: Vul de categorieën (net zoals op het voorbeeld) in voor jouw held (Superpower, Daily Life, Likes & Dislikes, Looks). Doe dit eerst op een kladblaadje!
Stap 4: Teken jouw held in het midden van je blad. Schrijf daarna de dingen die bij jouw held horen op.
Stap 5: Stuur een foto van jouw mind-map naar je docent (via Teams!)
Stap 6: Bereid je presentatie over jouw held voor.
Slide 21 - Tekstslide
Waar wordt je op beoordeeld?
Je stelt je held netjes voor "this is .. " of "his/her superhero name is .. "
Je hebt alle categorieën over je superheld ingevuld (Superpower, Daily Life, Likes & Dislikes, Looks)
Je ziet duidelijk dat je aandacht hebt besteed aan jouw held (dus niet alleen een smiley ofzo)
Je maakt goed gebruik van het werkwoord HAVE en CAN
Je hebt je presentatie over jouw hero goed voorbereid (je mag de tekst voorlezen en dit heb je ook goed geoefend). Je bent goed te verstaan en je spreekt vloeiend.