Havo 3 eco - H3

Havo 3 Economie 

Hoofdstuk 3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Havo 3 Economie 

Hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet het bedrag dat je betaald aan de verzekeraar om verzekerd te zijn?
A
Premie
B
Claim
C
Schadevergoeding
D
Geldsom

Slide 2 - Quizvraag

De premie wordt bepaald op basis van de kans op schade en de gemiddelde hoogte van de schade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een rechtspersoon?
A
Een advocaat.
B
Een jurist.
C
Een organisatie die zelf bezittingen en schulden kan hebben.
D
Iemand met een sterk rechtvaardigheidsgevoel.

Slide 4 - Quizvraag

Rechtspersonen zijn
A
NV, BV, vennootschap onder firma (VOF)
B
Stichting, BV, VOF
C
Vereniging, Stichting, NV, BV
D
Vereniging, stichting, NV, VOF

Slide 5 - Quizvraag

Bij deze rechtsvormen ben je hoofdelijk (privé) aansprakelijk
A
VOF en BV
B
Eenmanszaak en VOF
C
Eenmanszaak en NV
D
BV en NV en VOF

Slide 6 - Quizvraag

Welke rechtsvormen hebben geen winstoogmerk?
A
Eenmanszaak en VOF
B
BV en NV
C
Stichtingen en Verenigingen

Slide 7 - Quizvraag

Bedrijven waarvan de aandelen beursgenoteerd zijn, hebben altijd de rechtsvorm
A
eenmanszaak
B
vof
C
bv
D
nv

Slide 8 - Quizvraag

Wat kan een voordeel/ kunnen voordelen zijn met een VOF t.o.v. een eenmanszaak?
A
Bij ziekte kunnen de vennoten elkaar overnemen
B
De financiering is makkelijker, omdat er meerdere vennoten zijn
C
De vennoten zijn privé aansprakelijk
D
De vennoten kunnen het werk onderling verdelen

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noemen we
een organisatie
met een organogram zoals
hiernaast afgebeeld.
A
Lijnorganisatie
B
Staforganistatie
C
Lijn- staforganistatie
D
Staf- lijnorganisatie

Slide 10 - Quizvraag