De Romeinen Herhaling

Herhaling: De Romeinen
Geschiedenis klas 1
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Herhaling: De Romeinen
Geschiedenis klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog?
Herhaling van de stof aan de hand van filmpjes en vragen
Via Lessonup op je telefoon
Ga naar lessonup.app en vul de code in en je eigen naam


Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je onthouden van hoofdstuk 4?
A
Heel veel
B
veel
C
redelijk veel
D
niet zo heel veel :(

Slide 3 - Quizvraag

In veel boeken over de Romeinen wordt
regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.

Wat zou dit betekenen?
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 5 - Quizvraag

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 6 - Quizvraag

Julius Caesar was de eerste
keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je de mannen die
Caesar vermoord hebben?
A
Consuls
B
Plebejers
C
Patriciërs
D
Senatoren

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet de eerste keizer
van het Romeinse Rijk?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent de
titel 'Augustus'
A
De verhevene
B
Dictator voor het leven
C
Keizer van het Romeinse rijk
D
Redder van de Republiek

Slide 10 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je de bijeenkomst van:
A
De senaat
B
De consuls
C
De volksvergadering
D
Het volk

Slide 11 - Quizvraag

Welke keizer stak Rome
in brand?

Slide 12 - Open vraag


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De Romeinse samenleving is goed in te delen als een piramide: de mensen bovenaan in de piramide hebben het meest aanzien; de mensen onderaan het minst. 
Proletariërs
Werkloze Romeinen, zonder bezit
Grootgrondbezitters
Rijke Romeinen met een groot landgoed.
Middenstand
Romeinen die een winkel hadden. 
Boeren
Romeinen die een eigen stuk land bezaten en dit zelf bewerkten
Vrijgelatenen
Voormalige slaven
Slaven
Mensen die in bezit waren van andere mensen.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom gaven de autoriteiten Brood en Spelen aan het volk?

Slide 14 - Open vraag


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 15 - Tekstslide

Video
Welkom bij de Romeinen:
Wat is er te doen in het Colosseum?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Sleep steeds 2 onderdelen van de onderste rij naar een afbeelding in de bovenste rij.

Slide 18 - Sleepvraag

Circus Maximus
Colosseum
aquaduct
keizerlijke paleizen

Slide 19 - Sleepvraag

Sleep de foto's en begrippen naar de juiste plek in de plattegrond van de Franse stad Fréjus (Forum Iulli). Plekken kunnen vaker worden gebruikt.
1
2
3
4
5
6
7
8
forum
stadspoort
haven

Slide 20 - Sleepvraag

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 21 - Quizvraag

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 22 - Quizvraag

Wie zie je op deze afbeelding vechten?
A
Slaven
B
Gladiatoren
C
Soldaten
D
Goden

Slide 23 - Quizvraag

Claudius. Hij is rijk en bezit veel slaven.

Claudius woont in een:

A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 24 - Quizvraag

Julius. Hij is een arme Romein van 41 jaar oud.

Julius woont in een:


A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van een Landbouw stedelijke samenleving?

A
Samenleving waarin sommige mensen op het platteland leven en andere mensen in steden.
B
Samenleving waarin de meeste mensen in steden leven en een klein aantal op het platteland.
C
Samenleving waarin de meeste mensen op het platteland leven en een klein aantal in steden.
D
Samenleving waarin agrariërs (boeren) ook in de stad leven.

Slide 26 - Quizvraag

In Rome en in andere steden woonden veel arme mensen, zoals de [...1...]. Om deze mensen rustig te houden, werden er in [...2...], zoals het [...3...], regelmatig spelen georganiseerd.

Wat moet er op de nummers staan?
A
1. proletariërs 2. amfitheaters 3. Colosseum
B
1. amfitheaters 2. proletariërs 3. Colosseum
C
1. Colosseum 2. amfitheaters 3. proletariërs
D
1. proletariërs 2. Colosseum 3. amfitheaters

Slide 27 - Quizvraag

Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.

Slide 28 - Quizvraag

Welke gebeurtenis is het langst geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 29 - Quizvraag

Welke gebeurtenis is het minst lang geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 30 - Quizvraag

Video
Clipphanger: Hoe is het Romeinse Rijk gevallen?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Video
Welkom bij de Romeinen:
De instorting van het Romeinse Rijk

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken?
Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.

Slide 35 - Quizvraag

Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk?
Kies het juiste antwoord.


A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst. In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood. In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.

Slide 36 - Quizvraag

Wanneer kwamen de Romeinen in onze streken?
A
158 v. Chr.
B
58 v. Chr.
C
58 n. Chr.
D
158 n. Chr.

Slide 37 - Quizvraag

Wanneer was het Romeinse Rijk het grootst?
A
117 v. Chr.
B
17 v. Chr.
C
17 n. Chr.
D
117 n. Chr.

Slide 38 - Quizvraag

De limes was een natuurlijke grens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Voorbeelden van natuurlijke grenzen zijn:
A
Bergen, rivieren en forten
B
Forten, woestijnen en zeeën
C
Rivieren, woestijnen en zeeën
D
Forten, woestijnen en bergen

Slide 40 - Quizvraag

Hoeveel soldaten zitten er ongeveer in een legioen?
A
60
B
600
C
6000
D
60000

Slide 41 - Quizvraag

Leren voor de toets!

Slide 42 - Tekstslide