H2 Steden Herhaling

 H2 Steden
Planning:
-oefentoets en Nakijken
-LessonUp vragen 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 H2 Steden
Planning:
-oefentoets en Nakijken
-LessonUp vragen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele sector...
A
Arts
B
Schoenenpoetser
C
Schilder
D
Metselaar

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van wijken van buiten naar binnen in een moderne westerse stad?
A
suburbs, CBD, oude woonwijken
B
suburbs, CBD, oude woonwijken
C
suburbs, oude woonwijken, CBD
D
CBD, oude woonwijken, suburbs

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep deze 5 steden naar de goede plek
Moskou
Sao Paolo
Shanghai
New York
Tokyo
Los Angeles
Lagos

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken uit de zinnen horen bij een stad?

A De plaats moet minstens 50 000 inwoners hebben.
B Er staan heel veel gebouwen op een klein gebied.
C Het merendeel van de beroepsbevolking werkt niet in de landbouw.
D De plaats moet stadsrechten hebben.
E Het centrum is omringd door stadsmuren.
F De stad heeft een groot aantal belangrijke voorzieningen.

A
B, C, F
B
B, C
C
A, B, C, F
D
B, D, E

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier wonen meer dan 10 miljoen mensen
Het percentage mensen in dat in de stad woont
Trek van het platteland naar de steden
New York, Londen, Parijs, Tokyo
Megastad
Wereldstad
Urbanisatiegraad
Urbanisatie

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland heeft...
timer
3:00
A
alleen een megastad
B
alleen een hoofdstad
C
een hoofdstad en een wereldstad
D
alleen een wereldstad

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verstedelijkingsgraad is het hoogst in?
A
Nederland
B
Roemenië
C
Turkije
D
Nigeria

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verstedelijkingsgraad is...
A
het aandeel plattelandsbevolking dat naar de stad trekt
B
de snelheid waarmee steden groeien
C
het percentage van de bevolking dat in steden woont
D
de snelheid waarme de suburbs groeien.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarin verschilt een megastad van een wereldstad?
A
Een wereldstad is wereldwijd veel belangrijker dan een megastad.
B
Geen enkele wereldstad ligt in Azië en megasteden wel.
C
Een wereldstad heeft meer inwoners dan een megastad.
D
Een megastad is ook altijd een wereldstad.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Londen heeft 8,5 miljoen inwoners. Wat voor type stad is het?
A
Hoofdstad + Megastad
B
Wereldstad + Hoofdstad
C
Megastad + Wereldstad
D
Primate city + Megastad

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeel de volgende stellingen. Welk antwoord is juist?

I. Het nadeel van een primate city is dat de rest van het land zich moeilijk kan ontwikkelen.

II. Een hoog geboorteoverschot in een primate city leidt tot een hogere verstedelijkingsgraad.

A
I is juist.
B
II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbind de begrippen met de juiste omschrijving.
CBD
Suburb
Winkelcentrum
Oude woonwijk
Hier woon je niet ver van het centrum
Hier kun je je zakgeld opmaken
Hier kun je lekker wonen
Hier woont vrijwel niemand

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel steden in ontwikkelingslanden liggen aan de kust. Dat komt door ...
A
de sterke migratie naar de primate city na de onafhankelijkheid.
B
het gunstiger klimaat aan de kust.
C
de kustgebieden die vruchtbaarder zijn dan het binnenland.
D
het koloniale verleden.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij de informele sector?
A
Zelfgecreëerde baantje
B
Geen belasting
C
Pensioenopbouw
D
Laag inkomen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het urbanisatietempo
A
Het percentage mensen dat in een stad woont
B
Hoe snel de urbanisatiegraad groeit
C
Hoe snel de verstedelijkingsgraad groeit
D
Het percentage mensen dat op het platteland woont

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het urbanisatietempo in Nederland ligt hoger dan het urbanisatietempo in Nigeria
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mexico-Stad is een voorbeeld van een primate city. Aan welk kenmerk kun je dat het best zien?
A
Deze megastad is acht keer groter dan de tweede stad van het land.
B
Deze stad is het regeringscentrum en alle belangrijke overheidsdiensten zijn er gevestigd.
C
Deze stad is een belangrijke speler in de wereldeconomie.
D
In Groot Mexico-Stad wonen nu al ruim 25 miljoen mensen.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een groep van steden die onderling met elkaar verbonden zijn noem je ...
A
een megastad
B
een wereldstad
C
een stedelijk netwerk
D
een stedelijk gebied

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stad ligt in het stedelijk netwerk De Randstad?
A
Eindhoven
B
Zaltbommel
C
Middelburg
D
Rotterdam

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Suburbs ontbreken in steden in arme landen. Wat is daarvan een oorzaak?
A
In arme landen is geen urbanisatie
B
In arme landen is geen planning vanuit de overheid
C
In arme mensen zijn niet voldoende rijkere mensen
D
In arme landen wonen alle mensen door elkaar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het CBD heeft haar woonfunctie praktisch verloren. De voornaamste oorzaak daarvan is dat ...
A
de woningen in verval waren geraakt
B
de woonhuizen in gebruik zijn als kantoren en winkels
C
de prijzen hier te hoog zijn om te wonen
D
de mensen zijn weggetrokken naar de suburbs aan de rand van de stad

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arme landen kennen een hoge/hoog ...
A
Verstedelijkingsgraad
B
Verstedelijkingstempo
C
Formele sector
D
Suburbanisatie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stad heeft het meest lage verstedelijkingstempo?
A
London
B
Lagos
C
Shanghai
D
New Delhi

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soms groeien steden naar elkaar toe, dan wordt het een...
A
Stedelijk gebied
B
Sloppenwijk
C
Villabuurt

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eem 'smart city' is een
A
stad met moderne infrastructuur
B
ecologisch verantwoorde stad
C
een duurzame en tehnologisch ontwikkelde stad
D
moderne digitale stad

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een smart city is een stad waar
A
Planologen goed hebben nagedacht over de infrastructuur en indeling van wijken
B
Veel mensen werken in de kenniseconomie, bijvoorbeeld op science parks
C
Een universiteit is en veel mensen hoog opgeleid worden
D
Er technologie wordt gebruikt om het leven in de stad te verbeteren

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een dorpje wordt opgeslokt door uitbreidende steden, is er sprake van
A
Agglomeratie
B
Stadsregio
C
Stedelijk gebied
D
Smart cities

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Hoe loopt de opbouw van een Nederlandse stad als je kijkt van het midden van de stad naar de buitenrand?
1
2
3
4
5
19e-eeuwse wijken
Laagbouw wijken 1970-1980 
Hoogbouw wijken 
1960-1970

Oude binnenstad
Vinex-wijken

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een agglomeratie is...
A
een groot dorp
B
Stad met vastgegroeide randgemeenten
C
Een kleine stad
D
Een groot stedelijk gebied

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Groene hart
De Randstad
Indeling van een stad

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Amsterdam
Rotterdam
Groene Hart
Den Haag
Utrecht

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over het Ruhrgebied en de Randstad worden twee uitspraken gedaan.     
→ Geef aan of de uitspraak juist of onjuist is. 
Juist
Onjuist
Uitspraak 1: zowel het Ruhrgebied als de Randstad zijn stedelijke zones. 
Uitspraak 2: in de Randstad werken in verhouding meer mensen in de industriesector dan in het Ruhrgebied.

Slide 33 - Sleepvraag

Opmerking
Het scorepunt alleen toekennen bij twee juiste antwoorden.
Leefbaarheid =
A
Hoe welvarend je bent
B
Hoe geschikt de wijk is om in te wonen
C
Hoeveel koop en huurwoningen er zijn in de wijk

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past hierbij?
A
Ruimtelijke kwaliteit
B
Sociale controle
C
Infrastructuur
D
Segregratie

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Groene hart
De Randstad
Indeling van een stad

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed gedaan :)
Succes met leren!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies