In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H3a
Goedemorgen!
Slide 1 - Tekstslide
Planning vandaag
1. Zelfstandig lezen
2. Lesdoelen
3. Herhaling lesstof + uitleg nieuwe lesstof
4. Afronding & huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
weet je wat een standpunt is
weet je wat argumenten zijn
weet je het verschil tussen een feitelijk en een waarderend argument
weet je wat enkelvoudige, meervoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie is
Slide 3 - Tekstslide
Standpunt
als je een mening over iets hebt, dan noemen we dat een standpunt
een standpunt herken je aan woorden als: ik vind, dus, volgens mij, kortom, ik denk dat, mijn mening hierover is
Slide 4 - Tekstslide
Argumenten
als je iemand van je standpunt wil overtuigen, gebruik je argumenten
argumenten herken je aan woorden als: want, omdat, immers
Slide 5 - Tekstslide
Maak een zin met een standpunt (je mening) met een argument. Gebruik signaalwoorden.
Slide 6 - Open vraag
Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou. Jij bent immers dol op natuurfilms.
Wat is het argument?
A
Die documentaire... jou.
B
Jij bent... natuurfilm.
C
Er is geen argument.
Slide 7 - Quizvraag
Amsterdam is een stad met veel bezienswaardigheden. Het is dus logisch dat er zoveel toeristen op afkomen.
Wat is het standpunt (de mening)?
A
Amsterdam is... bezienswaardigheden.
B
Het is... afkomen.
C
Er is geen standpunt
Slide 8 - Quizvraag
De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
Wat is het argument?
A
De meeste... horen;
B
daarom kunnen... Songfestival.
C
Er is geen argument.
Slide 9 - Quizvraag
In de persconferentie zijn er ondanks het hoge aantal besmettingen toch versoepelingen aangekondigd, het leven graat dus weer grotendeels normaal worden.
Wat is het argument?
A
In de... aangekondigd,
B
de school... open.
C
Er is geen argument.
Slide 10 - Quizvraag
Argumentatiestructuur
Een standpunt met één argument onderbouwt, noemen we enkelvoudige argumentatie;
een standpunt met meerdere argumenten onderbouwt, noemen we nevenschikkende argumentatie;
een argument onderbouwt met een extra argument noemen we onderschikkende argumentatie.
Slide 11 - Tekstslide
Welke structuur?
Kies bij de volgende
vragen welke structuur
past bij de zin. Open daar-
voor het bestandje uit de
chat.
Slide 12 - Tekstslide
Ik ben voor heropening van de school, want ik ben online lessen beu. Ook wil ik mijn klasgenoten weer zien.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Rustig thuis de lessen online volgen heeft ook voordelen. Je hoeft niet zo vroeg op te staan en je bent meer gefocust, omdat je niet door klasgenoten wordt afgeleid.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
De terrassen van de horeca heropenen is een goed idee, want de mensen hebben na een jaar corona behoefte aan iets leuks en zullen zich dan ook beter aan de maatregelen houden.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Ik wil de week voor de proefwerkweek vrij, want dan kan ik me beter voorbereiden op de toetsen. Ik kan de tijd beter indelen en ik hoef me niet voor te bereiden op lessen.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Lesdoelen
Nu weet je:
wat een standpunt is
wat argumenten zijn
het verschil tussen een feitelijk en een waarderend argument
wat enkelvoudige, meervoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie is
Slide 21 - Tekstslide
Beoordeel de les. Heb je de stof genoeg begrepen om met je huiswerk aan de gang te kunnen?