§4.3 les 1

2024-2025
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


- Introductie leerdoelen 4.3
- Zelfstandig werken 4.3
Huiswerk donderdag 7 maart
Maken en nakijken 4.1 en 4.2

Slide 3 - Tekstslide

Boek blz 83 + 84
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel verschillende moleculen zien we hier?
A
1
B
2
C
3
D
6

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel verschillende atomen zien we hier?
A
6
B
4
C
2
D
0

Slide 8 - Quizvraag


Bekijk het molecuul hiernaast. Uit welke atomen bestaat hij?

Slide 9 - Open vraag


Bekijk het molecuul hiernaast. Wat zou de molecuulformule zijn?

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de molecuulformule op van de volgende stof.
Let op:
Let op:
De index schrijf je schuin onder het symbool van het atoom. Bijvoorbeeld H2 in plaats van H2.

Slide 11 - Tekstslide

Maak een tekening van het volgende molecuul. 
H2O2
Antwoord
H2O2 bestaat uit 2x een H en 2x een O

Hoe je hem tekent maakt me niet uit. Als het maar aan elkaar zit.

Slide 12 - Tekstslide

6 H2O
Vul de juiste begrippen in bij de molecuulformule.
Index
Coëficiënt
aantal moleculen
aantal atomen

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf de namen van de volgende stoffen op (zie afbeelding hiernaast).

Tip:
1: Staat er een index achter het eerste symbool, schrijf deze op (geen idex is niets opschrijven.
2: Geef de naam van het element.
3: Staat er een index achter het tweede symbool, schrijf deze op (geen idex is niets opschrijven.
4: Geef de naam van het element en schrijf ide erachter.
    - Uitzondering zuurstof = oxide, stikstof = sulfide

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de molecuulfomule van:
  1. koolstoftetrachloride
  2. distiktoftetraoxide
  3. koolstoftetrabromide
  4. diwaterstofsulfide
  5. difosforhexaoxide
Tip:
1: Zoek het symbool op van het eerste element wat genoemd wordt.
2: Begint de molecuulformule met een griekstelwoord? Schrijf deze als index schuin onder dit element (geen griekstelwoord = geen index).
3: Zoek het symbool op van het tweede element wat genoemd wordt.
4: Staat er voor dit element een griekstelwoordt? Schrijf deze als index schuin onder dit element (geen griekstelwoord = geen index).

Slide 17 - Tekstslide

kennen!

Slide 18 - Tekstslide

Hiernaast zie je 2 niet-ontleedbare stoffen.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 19 - Quizvraag

Dit is een ontleedbare-stof.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 20 - Quizvraag

Triviale namen die je moet kennen. 
Bron 5 boek blz 84
Stoffen hebben vaak meerdere namen. 
  1. Rationele naam = scheikundig
  2. Triviale naam = volksmond

In binas tabel 42 staan er enkele. Tabel hiernaast moet je kennen.

Slide 21 - Tekstslide

Molecuulformules 7 niet-ontleedbare stoffen. 
Bron 4 blz 84
Je moet beide kanten op leren en ook de fase weten.

Slide 22 - Tekstslide

Binas tabel 34 
Blauwe zijn metalen.
Komen altijd alleen voor. 

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag 7 maart

Maken + nakijken § 4.3 helemaal!
Leren:  begrippen + bron 3, 4& 5

Niet verplicht wel raadzaam:
- maak begrippenlijst
- werk leerdoelen uit

Slide 24 - Tekstslide

Je hebt 5 moleculen chloordioxide. Deze stof bestaat uit 1 chlooratoom en 2 zuurstof atomen.
Let op:
Let op:
De index schrijf je schuin onder het symbool van het atoom. Bijvoorbeeld H2 in plaats van H2.
1: Schrijf de molecuulformule op. 

2: Hoe laat je weten dat er 5 moleculen zijn?
Exit-ticket, lever je blaadje met naam in

Slide 25 - Tekstslide