Thema 1 – Zo zien mijn dagen eruit
Leid je praatje in – geef aan hoe laat je doordeweeks opstaat – geef aan hoeveel tijd je ’s morgens nodig hebt voor je naar school gaat – geef aan hoe laat je op school moet zijn – hoe ga je naar school – hoe laat ben je weer thuis – noem twee activiteiten buiten school – zeg bij elke activiteit op welke weekdag het is, hoe laat het begint en hoe laat het is afgelopen – hoe laat eet je avondeten – hoe laat ga je doordeweeks naar bed – sta je in het weekend later op dan doordeweeks, en waarom wel of niet – ga je in het weekend later naar bed, en waarom wel of niet – noem minstens een activiteit voor het weekend – sluit je praatje af