Soorten teksten

Verschillende soorten teksten
instructietekst
verhalende tekst
informatieve tekst
betogende tekst
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nieuwsbegrip BBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verschillende soorten teksten
instructietekst
verhalende tekst
informatieve tekst
betogende tekst

Slide 1 - Tekstslide

Instructietekst

Slide 2 - Tekstslide

Instructietekst
1. Een instructietekst is een doe-tekst
2. In een instructietekst lees je hoe je iets moet doen of wat je moet doen. 
3. Je krijgt ergens aanwijzingen voor.

Voorbeelden:
Gebruiksaanwijzing, handleiding, recept, gedragsregels

Slide 3 - Tekstslide

Verhalende tekst

Slide 4 - Tekstslide

Verhalende tekst
1. De tekst is bedoeld voor het plezier
2. Er zit vaak een (hoofd)persoon in
3. Er gebeurt iets (probleem) en soms wordt dat opgelost

Voorbeelden:
Realistisch/fantasie verhaal, gedicht, sprookje/fabel, liedtekst

Slide 5 - Tekstslide

Informatieve tekst

Slide 6 - Tekstslide

Informatieve tekst
1. Het doel van een informatieve tekst is om te informeren.
2. De teksten zijn geschreven met feiten en niet met meningen.
3. Dat noem je objectief.

Voorbeelden:
Schema, verslag, interview, beschrijving, krantenartikel, website, brief/e-mail, weblog

Slide 7 - Tekstslide

Betogende tekst

Slide 8 - Tekstslide

Betogende tekst
1. De schrijver geeft zijn mening.
2. De schrijver wil dat jij die mening overneemt.
3. Schrijvers gebruiken feiten om hun meningen te onderbouwen.

Voorbeelden:
Reclame, meningtekst, column, brief/e-mail, weblog

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht:
Bekijk de verschillende boeken/teksten en breng ze naar de juiste soort tekst (hoepel)
Wat voor een soort teksten zijn het?
En waaraan zag je dit?

Slide 10 - Tekstslide

Instructietekst
1. Een instructietekst is een doe-tekst.
2. In een instructietekst lees je hoe je iets moet doen of wat je moet doen.
3. Je krijgt ergens aanwijzingen voor.

Verhalende tekst
1. De tekst is bedoeld voor het plezier
2. Er zit vaak een (hoofd)persoon in
3. Er gebeurt iets (probleem) en soms wordt dat opgelost

Informatieve tekst 
1. Het doel van een informatieve tekst is om te informeren.
2. De teksten zijn geschreven met feiten en niet met meningen.
3. Dat noem je objectief.

Betogende tekst
1. De schrijver geeft zijn mening.
2. Hij wil dat jij de mening overneemt.
3. Schrijvers gebruiken feiten om hun meningen te onderbouwen.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag met de tekst:




1. Globaal lezen: Wat voor soort tekst is dit?
2. Precies lezen 
3. Pas de 5x w+h vraag toe:
Wie
Wat
Waar
Waarom 
Wanneer en hoe
4. Controleer je vragen bij de coach

Slide 12 - Tekstslide

Controle

Slide 13 - Tekstslide