Hst 14 Leiderschap

Hoofdstuk 14 Leiderschap
Par 14.1 Motivatie
Par 14.2 Omspanningsvermogen en spanwijdte
Par 14.3 Leiderschapsstijlen
Par 14.4 Situatiegericht leiderschap
Par 14.5 Managementmethoden 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 14 Leiderschap
Par 14.1 Motivatie
Par 14.2 Omspanningsvermogen en spanwijdte
Par 14.3 Leiderschapsstijlen
Par 14.4 Situatiegericht leiderschap
Par 14.5 Managementmethoden 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen par 14.1
  • Je kunt de theorieën van Maslow, Herzberg en de doelstellingstheorie beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Theorie van Maslow
  • Fysiologisch
  • Behoefte aan veiligheid en zekerheid
  • Sociale behoeften
  • Waardering
  • Zelfrealisatie

Slide 3 - Tekstslide

Theorie van Herzberg
Motivatie-hygiëne theorie: 
  • Satisfiers; de factoren die motiverend werken (vaak werkintrinsieke factoren)
  • Dissatifiers: de factoren die demotiverend werken (vaak omstandigheden)

Doelstelling organisatie moet zijn:
Dissatifiers moet op orde zijn en dan aandacht aan satifiers

Slide 4 - Tekstslide

Doelstellingstheorie
Management by objectives: dus concrete doelen formuleren voor je personeel. Toename motivatie komt dan door:
  • door concrete doelen houden mensen aandacht
  • Mensen spannen zich meer in voor lastige doelen
  • Als je een doel probeert te bereiken, zoek je naar manieren om dit te doen. 
NB Doelstelling is alleen motiverend als je het wilt halen en gelooft dat je het kunt halen !

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen par 14.2
  • Je kunt de diverse managementniveau's onderscheiden
  • Je kunt de begrippen spanwijdte en omspanningsvermogen beschrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Van een onderneming

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen par 14.3
  • Je kunt de theorie X en Y beschrijven
  • Je kunt de kenmerken van autocratisch, democratisch, laissez-faire, ondersteunend, participerend en flexibel leiderschap beschrijven.

Slide 12 - Tekstslide

X-negatief mensbeeld 
Y - positief mensbeeld

Slide 13 - Tekstslide

Leiderschapsstijlen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Leiderschapsstijlen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen par 14.4
  • Situatiegericht leiderschap
  • Je kunt de theorie van Hersey en Blanchard beschrijven

Slide 23 - Tekstslide

Soorten leiderschap afhankelijk van omstandigheden - Hersey en Blanchard

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen par 14.5
  • Je kunt de managementmethoden:
    -integraal management,
    - management by direction,
    - management by objectives,
    - management by exceptions,
    - management by walking around
    - management by delegation
    beschrijven.

Slide 25 - Tekstslide

Integraal Management

Een manager of groep van managers is verantwoordelijk voor alle aspecten van het beleid.

Management by direction

De manager geeft gedetailleerde aanwijzingen en controleert streng

Slide 26 - Tekstslide

Management by objectives
De manager en medewerker bepalen de doelen in onderling overleg, de gezamenlijk te bereiken resultaten en een tijdplanning.
Eenheid van leiding: 
Iedere medewerker streeft hetzelfde doel na.


Management by exception

  • We koppelen normen aan doelstellingen.
  • Om afwijkingen van die normen vast te stellen, is een uitgebreid controlesysteem nodig;
  • medewerkers kunnen, binnen vastgestelde grenzen, hun eigen voortgang controleren en bijsturen.


Slide 27 - Tekstslide

Management by walking around: 
  • De manager is vaak aanwezig op de werkplek.
  • Hij kijkt, luistert, observeert, geeft aanwijzingen en praat met medewerkers. 
  • Het kan demotiverend werken op de medewerkers.

Management by delegation:
Delegeren

Twee vormen taakdelegatie:
  1. structurele delegatie
  2. incidentele delegatie

Slide 28 - Tekstslide