5.3 Caesar, Augustus en de keizers

Rome, eeuwig imperium





hoofstuk 5
800 voor Christus tot 500 na Christus
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rome, eeuwig imperium





hoofstuk 5
800 voor Christus tot 500 na Christus

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Check in
  •  Uitleg: Caesar, Augustus en de Keizers
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Een republiek is...
A
Een bestuursvorm zonder koning
B
Een bestuursvorm met een kleine groep, rijke mensen
C
Een bestuursvorm met een koning
D
Een bestuursvorm waarin het volk bepaalt

Slide 3 - Quizvraag

Wie had de hoogste macht?
A
De consuls
B
De senaat
C
De volksvergadering
D
Het volk

Slide 4 - Quizvraag

Er was vrede in het Romeinse rijk door...
A
het sterke Romeinse leger
B
de samenwerking met de overwonnen volkeren
C
de succesvolle manier van besturen
D
de rijkdom van Rome

Slide 5 - Quizvraag

Belangrijke begrippen par. 5.2
  • Koning: Heerser over een gebied die opgevolgd wordt door een familielid
  •  Republiek: Land met een staatshoofd zonder erfelijke troonopvolging (dus geen koning of een keizer)
  • Consul: Hoge bestuurder van Rome
  • Senaat: Bestuursvergadering waarvan de leden uit de rijkste en machtigste families van Rome kwamen
  • Patriciërs: Rijke en machtige burgers uit oude families met bestuursfuncties 

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijke begrippen par. 5.2
  • Aristocratie: Bestuursvorm waarbij weinig/enkele mensen de baas zijn, vaak rijke mensen (edelen)
  • Volksvergadering: Vergadering van mannen met burgerrecht
  • Burgerrecht: Het recht jezelf burger te noemen met de daarbij horende voorrechten
  • Plebejers: Plebejers of gezamenlijk plebs, was een gewone burger met burgerrecht van de stad Rome.

Slide 7 - Tekstslide

Caesar, Augustus en de keizers

Slide 8 - Tekstslide

Caesar wordt keizer
  • Consuls krijgen steeds meer macht
  • Veel consuls zijn ook legerleider
  • Caesar grijpt als consul met zijn leger de macht
  • Hij wordt dictator

Slide 9 - Tekstslide

Caesar, generaal of dictator?
  • In de Romeinse republiek kregen de generaals, die vaak ook consul waren, steeds meer macht
  • Enkele generaals vonden de senaat maar lastig en probeerden nog meer macht naar zich toe te trekken. 
  • Er ontstonden zelfs burgeroorlogen waarin verschillende generaals tegen elkaar vochten. 
  • Twee van hen, Pompeius en Caesar, kwamen als winnaar uit de strijd. Pompeius en Caesar hadden veel gebieden veroverd en daarmee macht, rijkdom en populariteit verworven.

Slide 10 - Tekstslide

Overwinning
  • Na zijn overwinning wilde Caesar terug naar Rome om zich verkiesbaar te stellen tot consul. Volgens hem moest er veel veranderen in de republiek.
  • Hij was populair bij het gewone volk!
  • Maar hoe moesten zijn plannen uitgevoerd worden, tegen de wil van de rijke burgers en senatoren in? 
  • Caesar was slim. In plaats van alleen naar Rome te gaan – om zich, zoals gebruikelijk voor een generaal, in het bestuurlijke hart van het rijk te laten toejuichen – stak hij met zijn hele leger de grensrivier tussen Gallië en Rome, de Rubicon, over. De soldaten van Caesar droegen hem op handen en vormden Caesars machtsbasis.

Slide 11 - Tekstslide

Dictator
  • De senaat vatte deze actie op als een aanval en schakelde Pompeius in om Caesar en zijn soldaten tegen te houden. 
  • Caesar won de slag tegen Pompeius en de senaat benoemde hem hierna tot dictator
  • Toen Caesar in 44 v.Chr benoemd werd tot 'dictator voor het leven', vermoordde een groep senatoren Caesar. Na Caesars dood brak er een strijd los tussen een aantal generaals over wie hem mocht opvolgen.

Slide 12 - Tekstslide

Weer een keizer?
  • Caesars zoon volgt hem op
  • Augustus is de eerste keizer
  • Hij zorgt voor een groot rijk vol vrede = Pax Romana
  • Hij behoudt vrede door samenwerking

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees 5.3 Caesar, Augustus en de keizers
  • Maak 5.3 Caesar, Augustus en de keizers
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide