Herhalen 6.1+6.2+6.3

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Je kijkt door een microscoop naar een cel. Je ziet een celwand, bladgroenkorrels en een celkern. Bij welke rijk hoort deze cel?
A
plantenrijk
B
dierenrijk
C
schimmelrijk
D
bacterierijk

Slide 2 - Quizvraag


  Bij welke rijk hoort deze cel?
A
plantenrijk
B
dierenrijk
C
schimmelrijk
D
bacterierijk

Slide 3 - Quizvraag

Welke vier rijken kennen we?

Slide 4 - Open vraag


  Bij welke rijk hoort deze cel?
A
plantenrijk
B
dierenrijk
C
schimmelrijk
D
bacterierijk

Slide 5 - Quizvraag

Je kijkt door een microscoop naar een cel. Deze heeft een celwand en een celkern. Bij welke rijk hoort deze cel?
A
plantenrijk
B
dierenrijk
C
schimmelrijk
D
bacterierijk

Slide 6 - Quizvraag


  Bij welke rijk hoort deze cel?
A
plantenrijk
B
dierenrijk
C
schimmelrijk
D
bacterierijk

Slide 7 - Quizvraag

Je kijkt door een microscoop naar een cel. Deze heeft een celwand maar geen celkern. Bij welke rijk hoort deze cel?
A
plantenrijk
B
dierenrijk
C
schimmelrijk
D
bacterierijk

Slide 8 - Quizvraag


  Bij welke rijk hoort deze cel?
A
plantenrijk
B
dierenrijk
C
schimmelrijk
D
bacterierijk

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Was is de goede volgorde van het systeem van Linnaeus? (tip: je begint met 'Rijk')

Slide 11 - Open vraag

Een leeuw (Panthera leo) en een tijger (Panthera tigris) hebben dezelfde soortaanduiding
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Een leeuw (Panthera leo) en een tijger (Panthera tigris) hebben dezelfde geslachtsnaam
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Een leeuw (Panthera leo) en een tijger (Panthera tigris) kunnen samen vruchtbare nakomelingen maken
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide


Temperatuur is een biotische factor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag


Ziekteverwekkers zijn een abiotische factor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag


Wind is een abiotische factor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag


Voedsel is een biotische factor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


Veel variatie betekent een grote biodiversiteit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag


Veel verschillende habitats betekent een kleine biodiversiteit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Wat is natuurontwikkeling?
A
Maatregelen nemen om de biodiversiteit te verkleinen
B
Maatregelen nemen om een groter biotoop te maken
C
Maatregelen nemen om de biodiversiteit te vergroten
D
Maatregelen nemen om een kleiner biotoop te maken

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Hoeveel schakels heeft deze voedselketen?
A
4
B
5
C
9
D
3

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent een pijl in een voedselketen?
A
Eet
B
Leeft samen met
C
Wordt gegeten door
D
Jaagt samen met

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de juiste voedselketen?
A
Mens --> Koe --> Gras
B
Mens - Koe - Gras
C
Gras - Koe - Mens
D
Gras --> Koe --> Mens

Slide 30 - Quizvraag

Een voedselketen begint ALTIJD met een :
A
dier
B
schimmel
C
bacterie
D
plant

Slide 31 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 32 - Quizvraag

Fotosynthese



Plant heeft (zon)licht nodig voor fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrels

Slide 33 - Tekstslide

Welke andere stoffen maakt een plant?
  • Een plant haalt energie uit de gemaakt glucose. 
  • Al het glucose wat over is wordt opgeslagen als: zetmeel, vetten en eiwitten. 
  • Zetmeel en vetten zijn reservestoffen. 
  • Eiwitten worden gebruikt voor een goede groei van de plant.

Slide 34 - Tekstslide

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof+water (zonlicht) --> glucose+koolstofdioxide
B
zuurstof+glucose(zonlicht)--> water+koolstofdioxide
C
water+koolstofdioxide (zonlicht) --> zuurstof+glucose
D
zuurstof+koolstofdioxide (zonlicht) --> water+glucose

Slide 35 - Quizvraag

In een voedselpiramide van massa is er energieverlies door ....
A
verbranding en voeding
B
fotosynthese en voeding
C
verbranding en onverteerbare stoffen
D
Fotosynthese en onverteerbare stoffen

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

In de afbeelding staat een voedselpiramide afgebeeld. Is dit een piramide van biomassa of een piramide van aantallen? En bij welke groep kan het organisme in de top van de piramide ingedeeld worden?
A
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de consumenten
B
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de producenten.
C
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de consumenten.
D
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de producenten.

Slide 38 - Quizvraag