In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Nederlands
Woordenschat Hoofdstuk 5
HERHALING
Slide 1 - Tekstslide
Een samenstelling is een woord dat uit twee of meer andere woorden bestaat.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
garderobekast is een voorbeeld van een samenstelling
A
niet waar
B
waar
Slide 3 - Quizvraag
een afleiding is een woord met een voorvoegsel of achtervoegsel
A
niet waar
B
waar
Slide 4 - Quizvraag
ondraagbaar is een woord
A
met alleen een voorvoegsel
B
met alleen een achtervoegsel
C
met een voor- en achtervoegsel
D
zonder voor- of achtervoegsel
Slide 5 - Quizvraag
draagbaar is een woord
A
met alleen een voorvoegsel
B
met alleen een achtervoegsel
C
met een voor- en achtervoegsel
D
zonder voor- of achtervoegsel
Slide 6 - Quizvraag
ondiep is een woord
A
met alleen een voorvoegsel
B
met alleen een achtervoegsel
C
met een voor- en achtervoegsel
D
zonder voor- of achtervoegsel
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent 'aan de man brengen'?
A
het overal verkondigen
B
voor een heel lage prijs
C
kopen zonder meteen te betalen
D
verkopen
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent 'voor een appel en een ei'?
A
verkopen
B
voor een heel lage prijs
C
kopen zonder meteen te betalen
D
zeer vlot verkopen
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent 'iets op de kop tikken'?
A
verkopen
B
kopen zonder meteen te betalen
C
iets kopen wat moeilijk te krijgen is
D
zeer vlot verkopen
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent 'op de pof kopen'?
A
kopen zonder meteen te betalen
B
verkopen
C
iets kopen wat moeilijk te krijgen is
D
zeer vlot verkopen
Slide 11 - Quizvraag
Nederlands
Woordenschat Hoofdstuk 6
Pak je boek erbij!
blz. 174 t/m 177
Slide 12 - Tekstslide
Doel van deze les:
Je leert de afbeelding of illustratie bij een tekst te gebruiken om de betekenis van een woord te raden.
Slide 13 - Tekstslide
Lees nu tekst 1 blz. 175
- Bekijk de afbeeldingen ook goed
- Maak daarna de vragen die in LessonUp staan
Slide 14 - Tekstslide
Sleepvraag. Sleep het juiste woord naar de juiste betekenis.
aanricht
afkomst; oorsprong
beeld
goed weten
invoeren
kwestie; onderwerp
milieuvriendelijk
onderzoek met vragen
plant
schadelijk
uit eerlijke handel verkregen
zich bewust zijn van
herkomst
gewas
teweegbrengt
enquête
biologisch
fairtrade
issue
belastend
importeren
weergave
Slide 15 - Sleepvraag
Zijn er woorden uit de sleepvraag waarbij je de afbeeldingen van tekst 1 hebt gebruikt om de betekenis te vinden. Zo, ja welke woorden?
Slide 16 - Open vraag
Afbeeldingen kunnen verschillende doelen hebben: de aandacht trekken, de informatie uit de tekst aanvullen, de informatie uit de tekst verduidelijken of de tekst verfraaien Hebben de afbeeldingen bij tekst 1 hetzelfde doel? Leg je antwoord ook uit.
Slide 17 - Open vraag
Sleepvraag. Sleep de juiste uitdrukking naar de juiste betekenis.
ziek zijn
bijna dood zijn
doodziek
er gezond uitzien
kerngezond
niet helemaal gezond zijn
Hollands welvaren zijn
Iets onder de leden hebben
In de lappenmand zitten
Met één been in het graf staan
Zo gezond als een vis
Zo ziek als een hond
Slide 18 - Sleepvraag
Welke nieuwe woorden heb je geleerd?
Slide 19 - Open vraag
Huiswerk niet gemaakt?
Maak Woordenschat hoofdstuk 5 > opdracht 1
Online of in je schrift (blz. 145)
Morgen niet gemaakt? Dan kom je een uur terug in de middag.