methodisch werken

wat leer je
  • verschillende informatiebronnen gebruiken.
  • welke richtlijnen voor een anamnesegesprek.
  •  ordeningsprincipes
  • Je kunt een zorgprobleem vaststellen.
  • Je kunt een zorgdoel vaststellen.
  • Je kunt interventies plannen en uitvoeren.
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

wat leer je
  • verschillende informatiebronnen gebruiken.
  • welke richtlijnen voor een anamnesegesprek.
  •  ordeningsprincipes
  • Je kunt een zorgprobleem vaststellen.
  • Je kunt een zorgdoel vaststellen.
  • Je kunt interventies plannen en uitvoeren.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
Na de les

  • Kan je vertellen hoe je gegevens verzamelt
  • Kan je vertellen welke methoden er zijn om gegevens te verzamelen.
  • Heb je kennis van observeren, analyseren en methodisch werken met een zorg(leef)plan om zorg en begeleiding te bieden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voordeel aan methodisch werken
A
het tussentijds of achteraf beoordelen van een agenda
B
je doorloopt alles stappen van het proces
C
een bepaalde kijk op iets, een richtinggevende zienswijze
D
de product en procesevaluatie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken is  
een vaste, doordachte manier van werken om een bepaald doel te bereiken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van methodisch werken
  • Doelgericht gericht op ondersteuningsdoelen
  • Planmatig werken volgens afgesproken stappen en werkwijze, meestal via een protocol
  • Procesmatig een vaste openvolging van stappen
  • Bewust dus voortdurend nadenken en keuzes maken in je ondersteuning

Het is een voortdurend proces.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen in methodisch werken
Fase 1 Voorbereiden
Stap 1: informatie verzamelen, anamnese voeren
Stap 2: Wensen, behoeften en problemen vaststellen
Stap 3: Doelen formuleren
Stap 4: Activiteiten vaststellen en plannen
Fase 2 Uitvoering
Stap 5: Geplande activiteiten uitvoeren en begeleiding bieden

Fase 3 Afrondingsfase
Stap 6: Evalueren, reflecteren op het eigen handelen en zo nodig bijstellen van de zorg

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een cyclisch proces 
is een zich steeds herhalend proces

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan methodisch werken
  1. Verzamelen van informatie
  2. Vastellen van de behoefte 
  3. Vaststellen zorgdoelen
  4. Vaststellen van en plannen zorgactiviteit
  5. Uitvoeren van zorgactiviteiten volgens planning
  6. Het evalueren en zo nodig bijstellen van zorg

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1 gegevens verzamelen

Anamnese
observeren
Verschil subjectief en objectief?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geef een samenvatting wat je gezien hebt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2 Vaststellen van wensen, behoefte en problemen

Duidelijk krijgen wat een zorvrager wilt en nodig heeft

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

PES
P= Probleem
E= Etiologie ( oorzaak)
S= Symptoms

voorbeeld
  • P= Meneer heeft een verstoord slaappatroon
  • E= Ziekte van Alzheimer
  • S= Mijnheer vertoont 's nachts dwaalgedrag/ overdag slapen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan moet een probleemformulering voldoen?

Slide 22 - Open vraag

Duidelijke formulering
Gesprek met zorgvrager ( en/ of naasten)
Beschrijf zoveel mogelijk vanuit gedrag.
Beschrijf vanuit beleving van zorgvrager
Geef bij omschrijving de ( mogelijke) oorzaak

Voorbeeld PES
Anamnese: Mevrouw van Esch vertelt dat ze moeite heeft met het juist innemen van haar medicijnen (hartmedicatie, cholesterolverlager, bloedverdunners). Mevrouw geeft aan dat ze niet weet waar alle medicijnen in huis liggen, ze heeft hier geen vaste plaats voor. De doosjes lijken erg op elkaar. De medicijnen van haar overleden partner, die pas is overleden, liggen ook nog in huis. Haar man zorgde voor het bestellen van de tabletten als ze bijna op waren, en ook de lijst van de trombosedienst hield hij bij. Mevrouw vertelt dat ze van die lijst helemaal niets snapt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie (=P)
Signalen en symptomen (=S):
Houdt zich niet aan aanbevolen dosering/schema
Inadequaat systeem voor medicatie gebruik
Verzuimt verkrijgen van herhaalmedicatie
wegvallen mantelzorger (=E)
(kennistekort en wegvallen mantelzorger = E)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2: rolverandering bij ziekte

Anamnese: Mevrouw Ikkink heeft de ziekte van Alzheimer. De laatste tijd merken meneer en mevrouw Ikkink zelf, dat mevrouw achteruit gaat en meer dingen vergeet. (= E) De normaalste zaken lukken haar niet meer en daar begrijpt meneer niks van. Mevrouw huilt vaak en geeft aan graag getroost te willen worden, maar haar man knuffelt haar niet meer. Meneer heeft het ook moeilijk met de situatie. Hij moet nu meer huishoudelijk werk doen en is dat niet gewend.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rolverandering (= P)
Signalen en symptomen (= S):
Onvrijwillige omkering van rol.
Neemt nieuwe rol aan.
Verliest vorige rol.
 cognitieve achteruitgang (= E)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Meneer X. is jouw cliënt op de afdeling. Hij is afhankelijk van hulp en kan zichzelf niet redden met ADL en mobiliseren. Hij komt 3 keer per dag, op jouw aandringen, een uur uit bed. Dan zit hij even in de stoel naast het bed. Daarnaast komt de fysio een keer per dag met hem oefenen. Meneer X. heeft weinig eetlust en laat ruim de helft van zijn maaltijden staan. Hij heeft al jaren diabetes en gebruikt daarvoor insuline. Je ziet dat hij een erg rode huid heeft op zijn stuit. Zijn huid is op die plaats ontveld en hij geeft pijnklachten aan, precies op die plek.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De PES opstellen in deze casus kan als volgt:
P: Probleem
Meneer X. heeft doorligplekken.
Hij heeft pijn op die plaats: de stuit.
E: Ethiologie (oorzaak)
Meneer X. ligt gemiddeld 21 uur per dag op bed.
Hij eet de helft van zijn maaltijden.
Dhr. heeft diabetes.
S: Symptomen
De huid op zijn stuit is ontveld en is erg rood.


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3 Doelen vaststellen
Concreet:
Wat wil de zorgvrager en welke mogelijkheden heeft hij?
Welke financiële mogelijkheden en welke indicaties zijn er?
Wat is de expertise van de zorgprofessional?

Doelen SMART formuleren

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SMART
Omschrijf nu middels SMART hoe je het probleem van de rode en ontvelde stuit gaat aanpakken

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: vaststellen en plannen van activiteiten
Aan de hand van de doelen bepaal je de activiteiten samen met de zorgvrager
5 keer W
Wie, wat waar , wanneer, waarom.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5 Uitvoeren van de ondersteuning

ondersteuning bieden volgens zorgplan
rapporteren van de observaties, signalen en handelingen.
de voortgang wordt ook benoemd.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOAP
Rapporteren via SOAP
  • Subjectief
  • Objectief
  • Analyse/Evaluatie
  • Plan

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 6 evalueren en bijstellen
Evalueren, reflecteren op het eigen handelen en zo nodig bijstellen van de zorg

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen methodisch werken
  • de kans op fouten neemt af omdat je vooruit kijkt
  • zowel een ander als jijzelf weet wat er verwacht mag worden
  • je eigen handelen kan beter geëvalueerd worden om, als het nodig is, het handelen te verbeteren
  • anderen krijgen een duidelijker beeld van wat jij doet en wil gaan doen

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij methodisch werken is er geen logische volgorde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden en evalueren horen bij methodisch werken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voordeel aan methodisch werken
A
het tussentijds of achteraf beoordelen van een agenda
B
je doorloopt alle stappen van het proces
C
een bepaalde kijk op iets, een richtinggevende zienswijze
D
de product en procesevaluatie

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In stap 1 gegevens verzamelen spreken we over een Anamnese, wat betekent dit?
A
Een gesprek met de arts
B
Een gesprek met de zorgvrager
C
Een online intake
D
Een schriftelijke overdracht

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de Anamnese kunnen de eventuele doelen besproken worden. Welke doelen zijn er binnen de zorg
A
Korte termijn doelen
B
Lange termijn doelen
C
Zowel korte als lange termijn doelen
D
geen van beide

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stap 3 van methodisch werken?
A
Evalueren
B
Doelen vaststellen
C
De anamnese
D
Vaststellen van wensen, behoefte en problemen

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is methodisch werken?
A
samen met een collega bepaal jij de doelen die behaald moeten worden
B
werken volgens een logische volgorde/ werkwijze

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: gegevens verzamelen doe ik:
A
observatie
B
gegevens uit medisch dossier
C
anamnesegesprek
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke denkhulp kun je snel en duidelijk praten over de situatie van mw. Groen?
A
SOAP
B
STARR
C
SMART
D
SBAR

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan moet een doel voldoen?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de SMART voor?
A
Speciaal, Mogelijk, Acceptabel, Redelijk, Tijdsgebonden
B
Specifiek, Mogelijk, Acceptabel, Redelijk, Tijdsgebonden
C
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden
D
Specifiek, Mogelijk, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat heb je geleerd deze les?
Wat vind je nog moeilijk?

Slide 51 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?



Wat hebben we geleerd??

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lees, als voorbereiding op volgende week

Thieme: van zorgplan N3: verzamelen van gegevens
Digibib: Filmpje Tiny nursebit, redeneerhulpen.

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies