In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Engels-klas 1
periode 4
les 4
Wat gaan we deze periode doen op Taalblokken?
Welke examens heb je deze periode?
Slide 1 - Tekstslide
Engels-klas 1-periode 4
les 4
Wat gaan we deze periode doen?
Assignment booklet 4
Welk examen heb je deze periode?
Schrijven A2
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Vorige les
Slide 4 - Tekstslide
HOOFDLETTERS
Het begin van een zin!
De eerste persoon van de persoonlijke voornaamwoorden, ik - I
Namen en titels van mensen
Winston Churchill
the Queen of England
Doctor Mathews
Namen van oeuvres, boeken, films
Spider Man II
Maanden en dagen van het jaar
Feestadagen
Christmas
Namen geografische namen, gebieden, rivieren etc
Namen van landen, nationaliteiten, talen
The Netherlands -Dutch- Dutch
Slide 5 - Tekstslide
VERLEDEN TIJD
Hoe maak je de verleden tijd?
I worked on my English grammar. Bij regelmatige werkwoorden plak je -ed achter het hele werkwoord. worked, studied. typed.
bij onregelmatige werkwoorden moet je zorgen dat je het 2e rijtje goed leert. Do-did-done, swim, swam, swum. etc
Wat altijd helpt is in je antwoord de vraag herhalen dus....
What did I do well?
The thing I did well was working on my English grammar
What do I need to work on?
I need to work on my use of capitals in a sentence.
Slide 6 - Tekstslide
BESCHRIJVING
Shape: Colour: Size:
flat yellow Small, Medium
rectangular green Large
round
small
square
straight
Material:
thin
cloth
metal
plastic
satin
wood
wool
Slide 7 - Tekstslide
Deze les
Slide 8 - Tekstslide
Aandachtspunten schrijven
Wees nauwkeurig! Geen fouten in namen, data, bedragen, nummers etc. Let op, voor spellingscontrole is from en form allebei goed, maar ze betekenen iets heel anders
Wees beleefd. Spreek klant niet meteen bij de voornaam aan. Wees niet te direct; I.p.v. What do you want? => What would you like?
Wees duidelijk. Gebruik KISS; Keep it short and simple! Bedenk steeds wat je wel moet zeggen en wat je niet hoeft te geven.
Gebruik geen samentrekkingen in een brief. Niet I'm maar I am
Gebruik geen afkortingen, tenzij je zeker weet wat de afkorting betekent.
Slide 9 - Tekstslide
Afkortingen
Shape: Colour: Size:
flat yellow Small, Medium
rectangular green Large
round
small
square
straight
Material:
thin
cloth
metal
plastic
satin
wood
wool
Slide 10 - Tekstslide
Aanhef
Shape: Colour: Size:
flat yellow Small, Medium
rectangular green Large
round
small
square
straight
Material:
thin
cloth
metal
plastic
satin
wood
wool
Slide 11 - Tekstslide
Lesopdracht 1
Maak deze e-mail af en maak er daarna een formele brief van.
Shape: Colour: Size:
flat yellow Small, Medium
rectangular green Large
round
small
square
straight
Material:
thin
cloth
metal
plastic
satin
wood
wool
Slide 12 - Tekstslide
Ik heb voor Engels; de tweede planning ingevuld en goed laten keuren door de docent