3.3 Neerslag, hier veel en daar weinig SLJX

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

Deze week:    3.3 Neerslag, hier veel en daar weinig

- Stijgingsregens en stuwingsregens

- Waterkringloop

Log snel in met je eigen naam

Hoe dichter bij de evenaar, des te

1. warmer het wordt.
2. kouder het wordt.

Hoe hoger je komt...

1. Hoe warmer het wordt
2. Hoe kouder het wordt
3. Er gebeurt niks met de temperatuur

In Nederland is het op het plaatje...

1. Zomer
2. Winter

3.3 Neerslag         lesdoelen

• Hoe ontstaat regen?
• Verschil tussen de korte en de lange waterkringloop

Water

Water is er in drie fases:

1. Vast (sneeuw, ijs)

2. Vloeibaar (water, rivieren en zee)

3. Gas (waterdamp, wolken)

Neerslag

1. Wanneer water wordt verwarmd, verdampt het.
2. Warme lucht is lichter en stijgt op.
3. Waterdamp stijgt op, tot hoog in de (koudere) lucht waar het condenseert.

Hoe ontstaat regen?

Neerslag

1. Wanneer water wordt verwarmd, verdampt het.
2. Warme lucht is lichter en stijgt op.
3. Waterdamp stijgt op, tot hoog in de (koudere) lucht waar het condenseert.

Hoe ontstaat neerslag?

1. Stijgingsregens
2. Stuwingsregen
3. Frontale regen

Stijgingsregens

1. Water verdampt
2. Waterdamp stijgt op
3. Hoog in de lucht koelt de lucht af
4. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
5. Regen valt naar beneden

Stuwingsregen

1. Water verdampt
   
2. Waterdamp stijgt op
   
3. Wind neemt de waterdamp mee richting een berg
4. Hoog in de lucht koelt de lucht af
   
5. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
   
6. De wolken stuwen tegen de berg en regendruppels vallen.

Frontale regen

1. Koude en warme lucht botsen
   
2. Warme lucht stijgt op
   
3. Hoog in de lucht koelt het af
4. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels

Waterkringloop

Lange waterkringloop

Lange waterkringloop

Korte quiz: wat weet je nu al?

Wat zie je op de afbeelding?

1. De korte waterkringloop
2. De lange waterkringloop

Welk proces zie je bij nummer 1?

1. Water verdampt
2. Water condenseert
3. Neerslag valt
4. Water stroomt naar zee

Je ziet hier...

1. Stuwingsregen
2. Stijgingsregen

Waterdamp verandert in druppeltjes wanneer de lucht...

1. koud is
2. warm is

Water verandert in waterdamp wanneer de lucht...

1. warm is
2. koud is

Lesdoel:   Je kunt een waterkringloop tekenen

Wat?          waterkringloop (na)tekenen

Waarom?  manier van leren

Hoe?          gebruik je boek

Hoelang? deze les, inleveren met je naam erop 

Cijfer?        telt mee als kleine opdracht

Klaar?         Extra punt : 

Teken stijgings-, stuwings- en frontale regen 

Stijgingsregens

1. Water verdampt
2. Waterdamp stijgt op
3. Hoog in de lucht koelt de lucht af
4. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
5. Regen valt naar beneden

Stuwingsregen

1. Water verdampt
   
2. Waterdamp stijgt op
   
3. Wind neemt de waterdamp mee richting een berg
4. Hoog in de lucht koelt de lucht af
   
5. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
   
6. De wolken stuwen tegen de berg en regendruppels vallen.

Frontale regen

1. Koude en warme lucht botsen
   
2. Warme lucht stijgt op
   
3. Hoog in de lucht koelt het af
4. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels