In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lesweek 6 periode 2 Le 4.2 niveau 3 en 4
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Welk hoort nu bij welk?
timer
1:00
Amylase
Eiwitten afbreken
Vetten
Zetmeel
Trypsine
Lipase
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de functie van alvleeskliersap?
A
Verteren van alleen eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van alleen vetten
D
Verteren van eiwitten, koolhydraten en vetten
Slide 10 - Quizvraag
Waar in je lichaam verteer je koolhydraten?
timer
1:00
wel
niet
mond
maag
12- vingerige darm
dunne darm
Slide 11 - Sleepvraag
Moet WEL verteerd worden
Hoeft NIET verteerd te worden
Wordt niet verteerd
(1 antwoord)
Eiwit
Water
Koolhydraat
Voedingsvezel
Vetten
Mineralen
Vitamine
Slide 12 - Sleepvraag
1. Vanuit de dunne darm worden de verteringsproducten opgenomen in het bloed 2. Het alvleeskliersap helpt bij de vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar
2 nietwaar
D
1 nietwaar
2 waar
Slide 13 - Quizvraag
Voor we beginnen met het volgende onderwerp: Wat weet je al van diabetes?
timer
1:00
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
https:
Slide 22 - Link
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Wat is de officiële benaming van suikerziekte
A
Diabetes Type
B
Diabetes Expectus
C
Diabetes Naxon
D
Diabetes Mellitus
Slide 26 - Quizvraag
Welke vorm van diabetes krijg je op oudere leeftijd
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
Slide 27 - Quizvraag
Welk type diabetes is insuline afhankelijk
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
Slide 28 - Quizvraag
Waar wordt glucose opgeslagen als je lichaam het niet direct nodig heeft?
A
Alvleesklier
B
Lever
Slide 29 - Quizvraag
Welk orgaan maakt insuline aan?
A
Lever
B
Galblaas
C
Nieren
D
Alvleesklier
Slide 30 - Quizvraag
Bij welk type diabetes maakt de alvleesklier geen insuline meer aan
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
Slide 31 - Quizvraag
timer
1:00
Type 1
Type 2
Insuline afhankelijk
Insulineonafhankelijk
Vaak op oudere leeftijd
Vaak op jongere leeftijd
Alvleesklier maakt bijna geen insuline
Medicijnen die de alvleesklier stimuleren
Slide 32 - Sleepvraag
Iemand ziet erg bleek, heeft hoofdpijn, is moe en beeft. Wat is er aan de hand?
A
Hypo
B
Hyper
Slide 33 - Quizvraag
Noem 3 aandachtspunten bij de verzorging van cliënten met diabetes