par 1.4: Moleculen en atomen

Wat betekent Chemofobie?
A
Angst voor scheikunde
B
Angst voor chemische stoffen
C
Angst voor experimenten.
D
Angst voor chemische industrie
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat betekent Chemofobie?
A
Angst voor scheikunde
B
Angst voor chemische stoffen
C
Angst voor experimenten.
D
Angst voor chemische industrie

Slide 1 - Quizvraag

Noem drie toepassingen van aardolie.
A
Kunststof, benzine, glaswerk.
B
Kerosine, spijkers, asfalt.
C
Cosmetica, diesel, keukenzout.
D
Plastic, smeerolie, flessengas.

Slide 2 - Quizvraag

Waaruit zijn stoffen opgebouwd?
A
Moleculen
B
Atomen
C
Splinters
D
stoffen

Slide 3 - Quizvraag

Wat moet je doen vóór je de gasbrander aansteekt?
A
Bril op!
B
Raam open!
C
Zuurstofring sluiten!
D
Niets, gewoon doen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is géén stofeigenschap?
A
Kleur
B
Fase bij kamertemperatuur
C
Corrosiebestendigheid
D
Massa

Slide 5 - Quizvraag

Molecuul-weetjes
  • Zuivere stoffen bestaan uit 1                soort moleculen
  • Er bestaan duizenden soorten           moleculen
  • moleculen trekken elkaar aan             (van der Waalskrachten)
  • moleculen bewegen, hoe hoger         de temperatuur hoe sneller ze             bewegen.

Slide 6 - Tekstslide

Par 1.4: Bouwstenen van stoffen

Kleinste deeltje van een stof: moleculen.


Het kan nóg kleiner:

Slide 7 - Tekstslide

Waaruit bestaan moleculen?



Moleculen bestaan weer uit atomen. Een watermolecuul bestaat uit 2 atomen waterstof (H) en 1 atoom zuurstof (O)


Slide 8 - Tekstslide

Opbouw
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen. Met ruim 100 atoomsoorten kunnen miljoenen moleculen gebouwd worden.

Voorbeeld: water bestaat uit 2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom

Daarom: H2O

Slide 9 - Tekstslide

zuurstof ....

zuurstof-molecuul = O2.  Ademhalen!!


Het hele molecuul bepaalt de stofeigenschap!

Slide 10 - Tekstslide

......  zuurstof!

zuurstof-atoom = O.  Bouwsteen in allerlei moleculen!

Het hele molecuul bepaalt de stofeigenschap!

(dus onder water kun je niet ademhalen)


Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een atoom zuurstof en een molecuul zuurstof?

Slide 12 - Open vraag

Opdracht:
  • Maak eerst groepjes van twee.
  • Je gaat het zelf uitleggen / presenteren:
  • Wat is het verschil tussen een (zuurstof-)atoom en
            een (zuurstof-)molecuul?
  • Volgende les presenteren!


Slide 13 - Tekstslide

Wat is de opdracht?
  • Maak duidelijk wat het verschil is tussen een atoom en een molecuul.
  • Jouw uitleg presenteer je de volgende les aan de hele klas.
  • presentatie mag max 2 minuten duren. (max 15 groepen)
  • kan op: poster, filmpje (stop-motion bijvoorbeeld), met zoiets als klei en korte uitleg, stripverhaal....... (wat jij wilt)

Slide 14 - Tekstslide