1.2 persoonlijke/bezittelijke voornaamwoorden

Hello!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hello!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. 5 words from the word list
2. Persoonlijke voornaamwoorden
3. Bezittelijke voornaamwoorden
4. Get to work! 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
- Je kunt uitleggen hoe je Engelse persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden gebruikt. 

- Je kunt de juiste Engelse persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden in een zin gebruiken 

Slide 3 - Tekstslide

5 words from the word list
Write down the Dutch translation
1. history
2. answer
3. maths
4. classroom
5. timetable

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een mens, dier, ding.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

____ (ik) am not hungry
A
I
B
You
C
We
D
They

Slide 8 - Quizvraag

___ (wij) are going to the mall.
A
she
B
they
C
We
D
you

Slide 9 - Quizvraag

____ (jij) are playing games.
A
he
B
they
C
she
D
you

Slide 10 - Quizvraag

____ (zij) are eating food.
A
you
B
they
C
she
D
we

Slide 11 - Quizvraag

Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij
Wij
Zij 
Ik
Jullie
Hij
Zij (1 vrouw)
Het

Slide 12 - Sleepvraag

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

That is ____ (mijn) book.
A
mine
B
my
C
me
D
moi

Slide 15 - Quizvraag

That is ____ (onze) bag.
A
our
B
ours
C
your
D
yours

Slide 16 - Quizvraag

____ (zijn) new bike is blue.
A
hers
B
his
C
theirs
D
our

Slide 17 - Quizvraag

____ (haar) hair is brown.
A
hop
B
his
C
hers
D
her

Slide 18 - Quizvraag

____ (hun) house is big.
A
their
B
our
C
his
D
its

Slide 19 - Quizvraag

Homework
DO: opdracht 7 t/m 11 (blz. 14 & 15)

STUDY: blz. 40 & 41 

  
                      5 min. in stilte, daarna mag je overleggen
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Woordtrainer (laptop)
- ga naar magister --> klik op leermiddelen

- klik op EN (Allright)

- Unit 1 - England --> hoofdstuk 1.2

- scroll naar beneden naar de woordtrainer

Slide 21 - Tekstslide