Hoofdstuk 7.4 van pijlenketting een formule maken

van pijlenketting een formule maken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

van pijlenketting een formule maken

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we doen vandaag?
  1. nieuw hoofdstuk: 07 Woordformules
  2. vragen huiswerk?
  3. lesdoel 7.4  rekenen met een formule 
  4. zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

wat ga je leren?
  1. rekenen met een formule

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

formule: winst = 2 x aantal  - 7
                           of
                 winst  = -7 + 2 x aantal

Slide 5 - Tekstslide

formule: verdiensten = 11 + 3 x aantal

Slide 6 - Tekstslide

Meneer de Beer neemt een zwemabonnement. Hij betaalt €30,- inschrijfkosten en €5,- per maand.

Inschrijfkosten
Aantal maanden
Bedrag
x 5
+ 30
x 30
+5

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Video

mevrouw Kurul bestelt shirtjes. Per shirt betaalt ze €8,-, ze betaalt €5,- verzendkosten. Maak hierbij een pijlenketting, zet op de juiste volgorde.

Aantal shirtjes
Bedrag
x 8
+ 5
x 5
+8

Slide 9 - Sleepvraag

Een abonnement bij de bibliotheek kost 20,- per jaar. 
Het lenen van een boek kost daarna nog 1,25 per boek.

Bereken eerst een aantal voorbeelden.
4 boeken is 4  ...........   .............  is gelijk aan 5 + 20 = 25
10 boeken is ......... x1,25 + ........... is gelijk aan ..........................

x1,25
+ 20
10
20
12,50+20=32,50

Slide 10 - Sleepvraag

Een abonnement bij de bibliotheek kost 20,- per jaar. Het lenen van boeken kost daarna nog 1,25 per boek.
Maak nu de pijlenketting bij de beschrijving.
Aantal boeken x1,25 +20 is de kosten voor het lenen van boeken
                                  
Aantal boeken     ...............  .....   ...............  leenkosten
                               ........................   .....................

x1,25
+ 20

Slide 11 - Sleepvraag

Een abonnement bij de bibliotheek  kost 20,- per jaar. Het lenen van boeken kost daarna nog 1,25 per boeken

Vul de juiste woorden in de regel hieronder in voor de kosten voor het lenen van boeken.

Aantal boeken    .........         ...........  is de kosten voor het lenen van boeken.
x1,25
+ 20

Slide 12 - Sleepvraag

Hoeveel euro heeft Rémon na 3 maanden op zijn spaarrekening staan?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Bereken en vul in !

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel grijze tegels liggen er nu naast elke rode tegel?
wat zal de formule zijn om hier het aantal grijze tegels te berekenen?

Slide 16 - Tekstslide

Welke woordformule hoort bij deze opgave?

Slide 17 - Open vraag

Zelf aan het werk

Hoofdstuk 7, paragraaf 4
Blz. 242-245
D: 24 25 26 27 28 29 30 31 NK
U: 25 26 27 28 30 31 U7 U8 NK

Slide 18 - Tekstslide