H6 formatieve toets

H6 formatieve toets
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6 formatieve toets

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1 (1 punt)

Slide 2 - Open vraag

Vraag 2 (1 punt bij alle 3 goed)
A
De aanwezigheid van voldoende collectieve voorzieningen
B
De hoogte van de prijzen in een land
C
De hoogte van het nationaal inkomen in een land
D
De omvang van de formele productie in een land

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 3 (1 punt)
A
Curve a en b
B
Curve a en c
C
Curve b en c

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 4 (1 punt)

Slide 5 - Open vraag

Vraag 5 (1 punt)

Slide 6 - Open vraag

Vraag 6 (0,5 punt)
1. Een mislukte oogst is nadelig voor een land met een monocultuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Vraag 6 (0,5 punt)
2. Landbouwproducten hebben net zo veel toegevoegde waarde als industriële producten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 6 (0,5 punt)
3. Landen met een monocultuur hebben vaak lage exportinkomsten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 6 (0,5 punt)
4. Nederland heeft als belangrijke landbouwexporteur een monocultuur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 7 0,5 per juist antwoord
Hoge schulden
Slechte infrastructuur
Snelle bevolkingsgroei
Westerse protectiemaatregelen
De beperkte welmaart moet onder meer mensen verdeeld worden.
Ontwikkelingslanden kunnen hun producten niet naar westerse landen exporteren ......
Landen zijn veel geld kwijt aan de rentelasten.
Vervoer en communicatie zijn moeilijk.

Slide 11 - Sleepvraag

Vraag 8 (2 punten, 1 punt per juist antwoord)
A
Beter, meer
B
Slechter, minder
C
Slechter, meer
D
Slechter, minder

Slide 12 - Quizvraag

Vraag 9 (2 punten, 1 punt per juist antwoord)
A
Deze hulp is gericht op lange termijn
B
Deze hulp moet een land helpen economisch zelfstandig te worden
C
Deze hulp moet mensen helpen overleven
D
Deze hulp wordt gegeven bij rampen

Slide 13 - Quizvraag

Vraag 10 (1 punt)
A
Gebonden noodhulp
B
Gebonden structurele hulp
C
Ongebonden hulp
D
Ongebonden structurele hulp

Slide 14 - Quizvraag

Vraag 11 (1 punt)

Slide 15 - Open vraag

Vraag 12 (0,5 punt)
1. Buffervoorraden zorgen voor wisselende inkomsten voor ontwikkelingslanden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Vraag 12 (0,5 punt)
2. Een grondstoffenovereenkomst is bedoeld om de prijs van grondstoffen stabiel te houden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Vraag 12 (0,5 punt)
3. Met buffervoorraden kunnen landen de prijs van hun exportproducten afstemmen op de vraag op de wereldmarkt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Vraag 12 (0,5 punt)
4. Voor ontwikkelingslanden is de export van landbouwproducten en grondstoffen belangrijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Vraag 13 (1 punt)

Slide 20 - Open vraag

Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden ................................... kunnen een ................................... krijgen van de overheid. de bouw van een nieuwe fabriek of samenwerking met lokale ondernemers moet voor meer ................................... zorgen. Dit kan leiden tot de groei van de ................................... in ontwikkelingslanden
Vraag 14 (2 punten, per fout -1)
Investeren
ontwikkelingssamenwerking
Subsidie
Welvaart
Werkgelegenheid

Slide 21 - Sleepvraag

Vraag 15 (2 punten, per fout -1)
A
Ada BV bouwt een school en een sportveld voor haar werknemers.
B
C&S kleding produceert in een land waar geen minimumloon geldt.
C
Multi NV verbetert de waterleiding in het dorp waar hun fabriek staat.
D
Solutions BV verhuist de productie naar Azië omdat de loonkosten daar lager zijn.

Slide 22 - Quizvraag

Vraag 16 (2 punten, per fout -1)
A
Boeren mogen in hun eentje beslissen waar ze hun winst aan uitgeven
B
Boeren krijgen een extra Fairtradepremie
C
De prijs die boeren voor hun producten krijgen is hoog genoeg om hun kosten te betalen
D
Fairtrade helpt boeren bij het zoeken naar geschikte werknemers

Slide 23 - Quizvraag