Valentijnsdag 3H4

Valentijnsdag
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Valentijnsdag

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer is het Valentijnsdag ?
A
13 februari
B
11 februari
C
14 februari
D
41 februari

Slide 2 - Quizvraag

Wat doen veel mensen op Valentijnsdag?
A
Elkaar een kaartje sturen
B
Romantisch
C
Ruzie maken
D
Niks

Slide 3 - Quizvraag

Heb jij weleens een kaartje gestuurd met Valentijnsdag?
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Waar komt Valentijnsdag vandaan? 


We kijken hier een filmpje over , let goed op er komen ook vragen over! 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat was het beroep van Valentijn?
A
boef
B
bewaker
C
priester
D
timmerman

Slide 7 - Quizvraag

Op wie was Valentijn verliefd?
A
de dochter van de bewaker
B
de dochter van de bakker
C
de dochter van de priester
D
de dochter van de timmerman

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor dag is voor Duitsland Valentijnsdag?
A
offerdag
B
onheilsdag
C
roepingsdag
D
vrijheidsdag

Slide 9 - Quizvraag

Waarom is Valentijnsdag in Duitsland een ongeluksdag?

Slide 10 - Open vraag

Valentijnskaarten zijn vaak anoniem. Wat betekent dat?
A
je schrijft je naam op de kaart
B
je schrijft je naam niet op de kaart
C
je versiert de kaart
D
je plakt geen postzegel op de kaart

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wie is cupido?
A
een duiveltje
B
een rood monster
C
een liefdes engel
D
nooit van gehoord

Slide 13 - Quizvraag

Ben jij zelf verliefd ?
JA !
nee niet echt
Zeg ik lekker niet

Slide 14 - Poll

Welke kleur hoort bij verliefd zijn ?
A
geel
B
roze
C
rood
D
zwart

Slide 15 - Quizvraag

Complimenten...
waar denk je aan?

Slide 16 - Woordweb

Wanneer is het complimentendag?

Slide 17 - Open vraag

Complimenteren doe je zo!
Complimenteren gaat niet iedereen altijd even gemakkelijk af. Het belangrijkste is dat je ervoor zorgt dat een compliment persoonlijk en oprecht is.
Volg de hier volgende Suc6 tips, dan kan het eigenlijk niet mis gaan!

Slide 18 - Tekstslide

Suc6 tips
Praat, schrijf of app altijd in de 'ik vorm'. Daarmee geef je aan dat het een persoonlijk compliment van jou aan de ander is. Voorbeeld: 'Ik wil je graag even laten weten dat ik het heel bijzonder vind hoe jij ...
Complimenteer iemand persoonlijk. Een algemeen compliment aan een groep is goed bedoeld, maar komt bij niemand persoonlijk aan.
Maak datgene wat je zo bijzonder vindt concreet. Dus niet 'omdat je zo'n goede vriend/in bent', maar leg uit wat het is dat deze persoon tot een goede vriend/in maakt. Voorbeeld: Ik vind het geweldig dat je altijd voor me klaarstaat als ik je nodig heb. Dat is voor mij echte vriendschap!
Doe het op een manier die bij jou past. Vind je het bijvoorbeeld moeilijk om het te zeggen; schrijf het dan op.
Doe het op een manier die bij de ander past. Vind iemand het leuk om in de belangstelling te staan; geeft het compliment dan waar anderen bij zijn. Heeft iemand daar juist een hekel aan; doe het dan onder vier ogen.
Overdrijf niet, want dan komt het onnatuurlijk over en kan het zelfs tegen je werken! En dat is natuurlijk niet de bedoeling

Slide 19 - Tekstslide

Tekst




Waarover kun je complimenten geven?

Slide 20 - Woordweb

Compliment in ontvangst nemen?


Moeilijk? Nee hoor! Gewoon oprecht 'dank je wel!' zeggen.
Niets meer! Ga je dus vooral niet 'verontschuldigen' met uitspraken als 'joh dat is toch gewoon' of 'dat was een uitverkoopje hoor'.
Daarmee haal je namelijk het goed bedoelde compliment van de ander onderuit.

Slide 21 - Tekstslide

Op de volgende slide staan een aantal complimenten speciaal voor jou. Welk compliment (max 2) zou jij graag willen horen. Alle antwoorden zijn goed,het gaat nu alleen even om JOU!

Slide 22 - Tekstslide

1. Het is altijd gezellig als jij er bent.
2. Je hebt leuke humor.
3. Je ziet er altijd verzorgd uit.
4. Jij bent altijd netjes tegen de docenten.
5. Jij mag echt trots op jezelf zijn.
6. Je bent een harde werker.
7. Ik vind jouw kledingstijl mooi.
8. Je hebt een leuke lach.

9. Jij bent een echte doorzetter.
10. Je ziet er goed uit.
11. Je hebt een lief karakter.
12. Je zorgt voor een positieve vibe in de klas.
13. Je bent altijd respectvol naar anderen toe.
14. Je bent altijd heel behulpzaam.
15. Je ziet er gelukkig uit.

Slide 23 - Tekstslide

Ik word blij als iemand mij dat compliment geeft, omdat ....

Slide 24 - Open vraag

Geef 3 complimenten aan een klasgenoot, die je redelijk goed kent. (Deze schrijf je voor jezelf op)

Slide 25 - Open vraag

Geef 3 complimenten aan een klasgenoot, die je niet zo goed kent. (Ook deze schrijf je op)

Slide 26 - Tekstslide

Kun je ook té veel complimenten geven?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide