les-23okt-Chap.5-F-Lire-2-3h

Bonjour,
Ça va?
Mercredi 23 octobre 2024
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour,
Ça va?
Mercredi 23 octobre 2024

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leg allemaal je spullen op de tafel
-ton livre:  Grandes Lignes 1 VMBO-GT/HAVO:  Cahier d'activités B
- ton cahier 

-
ton stylo bleu

Pose ton sac-à dos par terre, s'il vous plaît

timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1, 2, 3

Slide 6 - Tekstslide

Le programme d'aujourd'hui
1. Les devoirs (inleveren)

2. Info-leestoets- toetsweek

3. Terugblik op de vorige les

3. F Lire (leesvaardigheid)











Neem je boek B, een schrift en een opgeladen laptop.

Slide 7 - Tekstslide

LESDOEL
LESDOEL

1. je kent woorden en zinnen die te maken hebben met karakter en uiterlijk van mensen

2. Je kunt het uiterlijk en het karakter van iemand beschrijven

Slide 8 - Tekstslide

Les devoirs Contrôle:

Heb jij jouw werkblad in Teams, opdrachten ingeleverd?

Slide 9 - Tekstslide

2. Info-toetsen-P1
Informatie over:
1.  leestoets -toetsweek 1:  Teams, bestanden

2. MO-PTD1: Teams, bestanden en in Magister, agenda van 6 en 8 november



Slide 10 - Tekstslide

Terugblik op de vorige les
Prenez vos ordinateurs. Connectez - vous à LessonUp

Décrire une personne (iemand beschrijven)

Slide 11 - Tekstslide

Quelle couleur?

Slide 12 - Open vraag

Quelle couleur?

Slide 13 - Open vraag

Quelle couleur?

Slide 14 - Open vraag

Quelle couleur?

Slide 15 - Open vraag

Qu'est-ce que c'est?

Slide 16 - Open vraag

Weet je het rijtje van avoir nog?
Vervoeg dit werkwoord!

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent het werkwoord "Avoir"?

Slide 18 - Open vraag

Chapitre 5: F. Lire
Je gaat een interview met twee vrienden lezen.

Leerdoel:
aan het eind van de les:
- kun je een aantal leestrategiëen inzetten om een tekst te             begrijpen


Slide 19 - Tekstslide

Stappenplan lezen
Welke stappen zet je bij het lezen van een tekst?
Stappenplan-leesvaardigheid
Voor het lezen
Stap 1: Lees de titel. Kijk naar de kopjes en eventueel opvallende woorden
(dikgedrukt, onderstreept). Bekijk de afbeeldingen en foto’s bij de tekst.
Stap 2: Vraag je af waar de tekst overgaat. Maak een voorspelling van wat je
straks gaat lezen.
Stap 3: Vraag je af wat je al weet over het onderwerp van de tekst. Heb je er
eerder over gelezen? Wat weet je al van het onderwerp.
Stap 4: Zoekend lezen: je leest niet de hele tekst maar je gaat direct op zoek naar de informatie die je nodig hebt. Dus lees eerst de vragen en zoek de antwoorden in de tekst.

Slide 20 - Tekstslide

Lire - paragraphe F
      On va
 pratiquer !

Slide 21 - Tekstslide

Chapitre 5: F. Lire
Prenz vos livres à la page 32 - 33                    2 min indv.

1. Gebruik stap 1: lees de titel, de tussen kopjes en bekijk het plaatje.
Fais ex. 25a. Beantwoord de vragen




timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Chapitre 5: F. Lire
Fais ex. 26b (zoekend lezen)
Lees de vragen, vervolgens lees de tekst (p. 33)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Chapitre 5: F Lire
Wat en waar?
ex. 25, 26 et 27 (p. 34 -  35)
Hoe, hoe lang?
indiv. 12 min
klaar? check antw. in duo's ( 5 min)
Is iedereen klaar?
opdr. klas. bespreken (5 min)
Ben je eerder klaar? 
ex. 27 (p. 35)
Hulpmiddelen
- voc. E, F (p. 43)
- phrases-clés G (p. 44)
  Prenez vos livres à la page 32 -  uitleg opdr.  
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Lesevaluatie
1. Ken je nu de woorden en de zinnen die te maken hebben met uiterlijk en karakter?

2. Kun je ze gebruiken om iemand te beschrijven?

Slide 26 - Tekstslide

Lesevaluatie

Slide 27 - Tekstslide

Iemand beschrijven: Exemple / 
Il a les yeux noirs.
Il porte un T-shirt jaune
Il a les cheveux noirs
et bouclés
Il est mince
Il s'appelle Marc
Il habite à Paris
Il a 12 ans

Slide 28 - Tekstslide

(hij draagt) des lunettes de soleil
A
nous portons
B
tu portes
C
il porte
D
ils portent

Slide 29 - Quizvraag

Zij is dik
A
Elle est grosse
B
Il est gros
C
Elles sont grosses
D
Ils sont gros

Slide 30 - Quizvraag

Vertaal van F-N
Elle est petite

Slide 31 - Open vraag

Beschrijf je eigen uiterlijk:
(haar, ogen, groot/klein? bril?)

Slide 32 - Open vraag

Neem in gedachten een idool en beschrijf hem/haar met 3 zinnetjes. (2 uiterlijk, 1 karakter)

Slide 33 - Open vraag

Schrijf alle woorden en zinnen die
je vandaag geleerd hebt.

Slide 34 - Woordweb

Hoe vonden jullie deze manier van leren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Geef jezelf een beoordeling voor je inzet en gedrag in deze les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Les devoirs
Apprends voc. F (p. 43) 
Gebruik slim stampen in GL online

Slide 37 - Tekstslide

kies 1 persoon
beschrijf zijn/haar uiterlijk in 3 zinnen
verzin 2 karaktereigenschappen en beschrijf die in 2 zinnen

Slide 38 - Open vraag

Le cours prochain
Je gaat oefenen met een aantal zinnen die je kunt gebruiken om iemand te omschrijven

Slide 39 - Tekstslide


Beschrijf iemand uit de klas: Maak drie zinnen waarin je minstens 1 keer karakter beschrijft en minstens 1 keer uiterlijk beschrijft. Gebruik in minstens 2 zinnen een bijv naamwoord

Slide 40 - Open vraag

beschrijf het jongetje:
Hij heeft bruin haar.
Hij draagt een bril.

Slide 41 - Open vraag

Ik vind werken met LessonUp in de les leuker dan het werken in het boek
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Les devoirs
Chapitre 5: F lire 
Fais ex. 24, 25, 26 et 27 a, b (wb, p. 32, 33, 34, 35

Slide 43 - Tekstslide

Décrite une personne
Extra-oefening

leerdoel: je kunt het uiterlijk en het karakter van iemand beschrijven

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link