3.5 Het parlement controleert

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wie heeft de macht in een democratie?
timer
0:20
A
de koning
B
het volk
C
de regering
D
het parlement

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet het dagelijks bestuur van ons land?
timer
0:20
A
Regering
B
Tweede Kamer
C
Parlement
D
Gemeenteraad

Slide 3 - Quizvraag

Minister Grapperhaus maakt deel uit van:
timer
0:20
A
Kabinet
B
Staten-Generaal
C
Parlement
D
Tweede Kamer

Slide 4 - Quizvraag

De Tweede Kamer is onderdeel van...
timer
0:20
A
Parlement
B
Kabinet
C
Regering
D
Ministers

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel leden heeft het Parlement?
A
50
B
75
C
150
D
225

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

3.5 Het parlement controleert
Maken: opdrachten 1 t/m 5, 7, 8 en 10

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Het parlement moet wetten goed- of afkeuren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Het indienen van een wetsvoorstel noem je??
A
Stemrecht
B
Recht van amendement
C
Recht van initiatief
D
Motierecht

Slide 15 - Quizvraag

Het aanpassen van wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Het parlement controleert de
A
rechters
B
regering

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Het parlement is hetzelfde als de regering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?
A
Door de burgemeester.
B
Door de Koning.
C
Door de burgers.
D
Door de minister-president.

Slide 22 - Quizvraag


Wie zitten er in het parlement?
A
Volksvertegenwoordigers
B
Staatssecretarissen
C
Ministers
D
Alleen maar hoogopgeleide mensen

Slide 23 - Quizvraag

Het kabinet wordt gecontroleerd door:
A
De regering
B
Ministers
C
Het parlement
D
Europees Parlement

Slide 24 - Quizvraag

Wie heeft de wetgevende macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters

Slide 25 - Quizvraag

welk woord hoort in het rijtje NIET thuis?
parlement-1e kamer-2e kamer- ministers
A
parlement
B
1e kamer
C
minister
D
2e kamer

Slide 26 - Quizvraag