2.2 Cultuur en samenleving in de Republiek

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2.2 Cultuur en samenleving in de Republiek

leerdoelen

• Je kan beschrijven hoe de samenleving in de Gouden Eeuw eruit zag.
• Je kunt met behulp van voorbeelden uitleggen wat kenmerkend was voor de cultuur van de Republiek.
• Je kunt uitleggen dat er in de 17e eeuw een wetenschappelijke revolutie was.

Arm en rijk

Dankzij de handel was de 17e eeuw voor de republiek een Gouden Eeuw.

Maar niet iedereen had het goed in Nederland.

De samenleving was verdeeld in lagen.

1. Kleine bovenlaag rijke families

• Rijk door handel & investeringen

• Politieke macht

• grachtenhuizen
• Geld voor schilderijen 

2. Grotere groep winkeliers en ambachtslieden

• Goed opgeleid
• Verdiende goed
• Geld voor schilderijen en andere luxe goederen
  

3. De loonarbeiders

• Werken hard voor laag loon
  

• Laden & losten schepen
  
• Werken voor winkeliers
  
• Repareren schepen
  

4. De armen

• Groep zonder vast werk, ouderen, zieken

• Kregen geld / eten / kleding van de kerk en rijke mensen

Maak 2.2 t/m 6

zie de taakwijzer.

2.2 Cultuur en samenleving in de Republiek

leerdoelen

• Je kan beschrijven hoe de samenleving in de Gouden Eeuw eruit zag.
  
• Je kunt met behulp van voorbeelden uitleggen wat kenmerkend was voor de cultuur van de Republiek.
  
• Je kunt uitleggen dat er in de 17e eeuw een wetenschappelijke revolutie was.

Welvaart leidde tot bloei kunst

• Architectuur: grachtenhuizen in Amsterdam

Kunst

Rembrandt van Rijn --> Nachtwacht

Jan Steen --> Schilderijen dagelijks leven van de gewone mensen

Bloei wetenschap

• Wetenschappelijke revolutie: periode in de 17e eeuw waarin in verschillende landen veel ontdekkingen in de wetenschap werden gedaan

• Christiaan Huygens: Telescoop & Slingeruurwerk
• Anthonie van Leeuwenhoek: Microscoop 

Verdraagzaamheid

• Er werd geaccepteerd dat niet iedereen dezelfde ideeën had. 
• Bijvoorbeeld op gebied geloof 

• Spinoza: 
• God verricht geen wonderen 
• Niet alles in de Bijbel = waargebeurd

Maak 2.2 t/m 12

zie de taakwijzer