4.5 HV2F centrummaten deel 1

4.5A Centrummaten
Volgende les theorie B en C van 4.5
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.5A Centrummaten
Volgende les theorie B en C van 4.5

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kan ik een gemiddelde, mediaan en modus berekenen van een rij waarnemingsgetallen
- je kent de drie centrummaten.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom?
De drie belangrijkste centrummaten zijn de mediaan, het gemiddelde en de modus.

In de statistiek worden deze drie centrummaten veel gebruikt, je moet ze kunnen vinden en berekenen.
In klas 3 komt dit verder ook weer aan de orde.

Slide 3 - Tekstslide

Gemiddelde
We kennen allemaal het gemiddelde van onze cijfers, maar hoe bereken je die?

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld 
Gemiddelde van leeftijden

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de het gemiddelde?
Rond af op één decimaal

Slide 6 - Open vraag

Wat is het
gemiddelde?
cijfer
5
6
7
8
frequentie
2
6
6
1
cijfer
5
6
7
8
frequentie
2
6
6
1
cijfer
5
6
7
8
frequentie
2
6
6
1

Slide 7 - Open vraag

Bij het vorig voorbeeld
Cijfer
5
6
7
8
Frequentie
2
6
6
1
Hier staat eigenlijk:
5 5 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 8
Frequentie is hoe vaak het voorkomt.


Slide 8 - Tekstslide

Mediaan
Als er een uitschieter bij zit, dan is het slimmer om de mediaan te berekenen (denk aan het voorbeeld van het gemiddelde)

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld mediaan (oneven aantal getallen)
Bereken de mediaan van de volgende waarnemingsgetallen:
10, 4, 6, 9, 1, 3 en 100

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld mediaan (oneven aantal getallen)
Bereken de mediaan van de volgende waarnemingsgetallen:
10, 4, 6, 9, 1, 3 en 100
 Stap 1: Zet de getallen van klein naar groot
1, 3, 4, 6, 9, 10, 100

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld mediaan (oneven aantal getallen)
Bereken de mediaan van de volgende waarnemingsgetallen:
10, 4, 6, 9, 1, 3 en 100
 Stap 1: Zet de getallen van klein naar groot
1, 3, 4, 6, 9, 10, 100
Stap 2: Zoek het middelste getal op (7:2=3,5 dus het 4e getal!)
1, 3, 4,            6,             9, 10, 100
Dus de mediaan is 6

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld mediaan (even aantal getallen)
Bereken de mediaan van de volgende  waarnemingsgetallen
9, 6, 4, 7, 6, 10, 9, 3, 6 en 7

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld mediaan (even aantal getallen)
Bereken de mediaan van de volgende  waarnemingsgetallen
9, 6, 4, 7, 6, 10, 9, 3, 6 en 7
Stap 1: Zet de getallen van klein naar groot
3, 4, 6, 6, 6, 7, 7, 9, 9, 10

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld mediaan (even aantal getallen)
Bereken de mediaan van de volgende  waarnemingsgetallen
9, 6, 4, 7, 6, 10, 9, 3, 6 en 7
Stap 1: Zet de getallen van klein naar groot
3, 4, 6, 6, 6, 7, 7, 9, 9, 10
Stap 2: Zoek de middelste 2 getallen (10:2=5, dus het 5e en 6e getal!)
3, 4, 6, 6,     6, 7,      7, 9, 9, 10

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld mediaan (even aantal getallen)
Bereken de mediaan van de volgende  waarnemingsgetallen
9, 6, 4, 7, 6, 10, 9, 3, 6 en 7
Stap 1: Zet de getallen van klein naar groot
3, 4, 6, 6, 6, 7, 7, 9, 9, 10
Stap 2: Zoek de middelste 2 getallen (10:2=5, dus het 5e en 6e getal!)
3, 4, 6, 6,     6, 7,      7, 9, 9, 10
Stap 3: Bereken het gemiddelde van de 2 middelste getallen
(6 + 7) : 2 = 6,5

Slide 16 - Tekstslide

Bereken de mediaan van de getallen:
6,6,7,7,7,7,8,8,8,9,9,9,9,9,9,10,10,11

Slide 17 - Open vraag

Bereken de mediaan van de volgende waarnemingsgetallen
A
1
B
12
C
8
D
6

Slide 18 - Quizvraag

Het hoeveelste getal is de mediaan bij 97 getallen?
A
248e+49e
B
48e
C
49e

Slide 19 - Quizvraag

Modus
Soms geeft het getal dat het meeste voorkomt het beste beeld van een serie waarnemingsgetallen.
Komen er twee of meer waarnemingsgetallen voor met de grootste frequentie, dan is er geen modus

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld modus
Bereken de modus van de volgende waarnemingsgetallen
9, 6, 4, 7, 6, 10, 9, 3, 6 en 7

De modus is 6, want die komt het meeste voor.

Slide 21 - Tekstslide

Bereken de modus van de volgende waarnemingsgetallen
A
12
B
1
C
13
D
8

Slide 22 - Quizvraag


Slide 23 - Open vraag

Nu zelf aan de slag
Wat?
55 t/m 62

Hoe?
Zelfstandig of fluisterend samen

Klaar?
Nakijken
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide