Het voltooid deelwoord schrijf je meestal als:
ge + ik-vorm + t ge + fiets + t = gefietst (vt: fietste)
of
ge + ik-vorm + d ge + luister + d = geluisterd (vt: luisterde)
Niet: als het ww al begint met een voorvoegsel (ge-, be-, ver- enz.)
NIet: bij sterke ww / klankverandering