5V-Maatschappijleer Domein A2 Benaderingswijzen Verhouding

Benaderingswijzen

5V-Maatschappijleer

subdomein A2 Benaderingswijzen

Verhouding

Aan het einde van de les kun je...

Uitleggen wat verhoudingen zijn en hoe deze zich manifesteren in persoonlijke relaties en in internationale betrekkingen. Het concept van sociale (on)gelijkheid beschrijven en de impact ervan op maatschappelijke posities en verdeling van middelen herkennen. Het verschil tussen macht en gezag uitleggen en voorbeelden geven van hoe deze in de praktijk werken. De term conflict definiëren en voorbeelden geven van conflicten op verschillende niveaus. Het belang van samenwerking uitleggen en hoe dit bijdraagt aan het bereiken van gemeenschappelijke doelen.

Wat weet je al over verhoudingen en machtsdynamieken?

Verhoudingen tussen mensen en staten

De manier waarop mensen en staten zich van elkaar onderscheiden en betrekkingen met elkaar hebben.

Sociale (on)gelijkheid in de maatschappij

Een situatie waarin verschillen tussen mensen leiden tot ongelijke maatschappelijke posities en verdeling van middelen.

Macht en de effecten ervan op vrijheid

Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om doelen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beïnvloeden.

Gezag als legitieme vorm van macht

Macht die als legitiem beschouwd wordt en vrijwillig gevolgd wordt.

Conflict en tegenwerking in het bereiken van doelen

Een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om eigen doelen te bereiken.

Samenwerking voor gemeenschappelijke doelen

Het proces van relaties vormen en handelingen op elkaar afstemmen voor een gemeenschappelijk doel.

Benaderingswijzen

Verhouding verwijst naar de relaties tussen mensen en tussen staten, inclusief de verschillen en hoe deze worden ervaren. Sociale (on)gelijkheid beschrijft de ongelijke maatschappelijke posities gebaseerd op verschillende kenmerken, wat leidt tot ongelijke verdeling van middelen en waardering. Macht is het vermogen om anderen te beïnvloeden, wat vrijheid kan inperken, terwijl gezag wordt gezien als een legitieme vorm van macht. Conflicten ontstaan wanneer individuen, groepen of staten tegenstrijdige doelen hebben. Samenwerking is het proces van het afstemmen van acties tussen individuen, groepen of staten om gezamenlijke doelen te bereiken.

Wat wordt verstaan onder 'conflict' in de context van sociale interactie?

1. Situatie waarin mensen harmonieus samenwerken
2. Situatie waarin mensen geen meningsverschillen hebben
3. Situatie waarin mensen onverschillig zijn naar elkaar toe
4. Situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om eigen doelen te bereiken

Hoe verschilt 'gezag' van 'macht'?

1. Macht en gezag zijn synoniemen
2. Gezag wordt als legitiem beschouwd en leidt tot vrijwillige gehoorzaamheid
3. Gezag wordt opgelegd door machtsvertoon
4. Macht wordt gezien als rechtvaardig en eerlijk

Wat wordt verstaan onder 'macht'?

1. Het vermogen om snel te rennen
2. Het vermogen om goed te kunnen koken
3. Het vermogen om doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken
4. Het vermogen om veel te kunnen eten

Hoe wordt 'sociale (on)gelijkheid' gedefinieerd?

1. Situatie waarin iedereen evenveel verdient
2. Situatie waarin mensen gelijke kansen hebben in de maatschappij
3. Situatie waarin verschillen tussen mensen leiden tot ongelijke verdeling van zaken en behandeling
4. Situatie waarin mensen geen enkele vorm van ongelijkheid ervaren

Wat wordt bedoeld met 'verhouding' in de context van sociale interactie?

1. Een verhouding tussen werk en vrije tijd
2. Een romantische relatie tussen twee personen
3. Een wiskundige verhouding tussen getallen
4. De manier waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.