S.O. 5.1 t/.m 5.2 Wereldoorlogen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

WOI
WOII
Interbellum

Slide 2 - Sleepvraag

Wanneer was de Eerste Wereldoorlog?
A
1914-1918
B
1914-1929
C
1939-1945
D
1910-1925

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer wordt een oorlog, een wereldoorlog genoemd?

Slide 4 - Open vraag

Omschrijf drie oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 5 - Open vraag

Geallieerden
Centralen
Neutraal
Nederland
Duitse rijk
Frankrijk
Rusland
Servie
Oostenrijk- Hongarije
Spanje
Groot-Brittannie
Ottomaanse rijk

Slide 6 - Sleepvraag

Wat was de directe aanleiding van het begin WOI?

Slide 7 - Open vraag

Duitsland moest na WOI zijn leger verkleinen.
Wat moesten de Duitsers nog meer doen?

Slide 8 - Open vraag

Met een front wordt bedoeld:
A
De plaats waar gevochten wordt.
B
De wapenfabrieken
C
De plaats waar een oorlog gepland wordt.
D
De voorkant van een leger.

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord wordt bedoeld?
trots op je eigen land, vlag en volkslied

Slide 10 - Open vraag

Wat bedoelen we met het Interbellum?
A
Dat is de periode voor de Eerste Wereldoorlog
B
Dat is de periode tussen de wereldoorlogen in.
C
Dat is de periode na de Tweede Wereldoorlog.
D
Dat is een andere naam voor de Industriële Revolutie.

Slide 11 - Quizvraag

Wat wilde Hitler eerst worden?
A
President
B
Beeldhouwer
C
schilder
D
Minister

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heette de partij van Adolf Hitler?
A
NSB
B
NSDAB
C
NSDAP
D
SS

Slide 13 - Quizvraag

Wat was een groot gevolg van de Economische Wereldcrisis in 1929?

Slide 14 - Open vraag

Wanneer kreeg Hitler alle macht in Duitsland?
A
1923
B
1929
C
1933
D
1939

Slide 15 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat een dictatuur is.

Slide 16 - Open vraag

Uit welk jaartal komt deze bron?
A
Net na 1919
B
Net na 1929
C
Net na 1939
D
Net na 1945

Slide 17 - Quizvraag

Wat was een gevolg van de economische crisis van de jaren '30?
A
Er is een snel stijgende werkloosheid
B
Mensen kopen veel nieuwe producten
C
De banken lenen veel geld uit aan de werklozen
D
Bedrijven produceren te veel producten

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heette de partij van Adolf Hitler?
A
NSB
B
NSDAB
C
NSDAP
D
SS

Slide 19 - Quizvraag

1919
1923
1924
1929
1933
1939
Duitsland kreeg schuld WOI
Hitler naar de gevangenis.
Hitler uit de gevangenis.
Hitler komt aan de macht.
Economische crisis
Begin Tweede Wereldoorlog.

Slide 20 - Sleepvraag

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog?
A
1939
B
1940
C
1945
D
1914

Slide 21 - Quizvraag

Duitsland
Japan
Frankrijk
Zwitserland
Zweden
Italië
Groot Brittannië 

Slide 22 - Sleepvraag

Hitler valt Polen binnen. 
Begin Tweede Wereldoorlog
Duitsland en Polen beloven elkaar niet aan te vallen. 
Duitsland valt toch Rusland aan. Operatie Barbarossa
Aanval op Pearl Harbor
Start joodse deportatie naar concentratiekampen
Start joodse deportatie naar concentratiekampen
Nederland, België, Frankrijk worden veroverd. 

Slide 23 - Sleepvraag

Waarom heeft Nederland in 1940 zich overgegeven aan de Duitsers?

Slide 24 - Open vraag

Welk land kwam als eerste in Berlijn aan?
A
Polen
B
VS
C
Sovjet-Unie (Rusland)
D
Frankrijk

Slide 25 - Quizvraag

Wat is er met Adolf Hitler gebeurt?

Slide 26 - Open vraag

Op welke datum worden de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht?
A
4 mei
B
5 mei
C
6 mei
D
7 mei

Slide 27 - Quizvraag

Op welke datum wordt Bevrijdingsdag gevierd?
A
3 mei
B
4 mei
C
5 mei
D
6 mei

Slide 28 - Quizvraag

Wat is Pearl Harbor?
A
Een Amerikaanse lanceerbasis.
B
Een Amerikaanse legerbasis.
C
Een Amerikaanse luchtmachtbasis.
D
Een Amerikaanse marinehaven.

Slide 29 - Quizvraag


➤Nederland was tijdens de Tweede Wereldoorlog:




A
Niet neutraal
B
Neutraal

Slide 30 - Quizvraag


➤Met welk land sloot Hitler voor de Tweede Wereldoorlog een niet-aanvalspact?




A
Frankrijk
B
Groot-Brittannië
C
Sovjet-Unie
D
Tsjechoslowakije

Slide 31 - Quizvraag


➤Welk land stond in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van Duitsland?




A
Hongarije
B
Rusland
C
Japan
D
China

Slide 32 - Quizvraag