Week 51 1 HV Frans

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Les 18 december

Ga op je plaats zitten

Pak je spullen

Log in met de code linksonder

In stilte werken tot 11:10

• opdracht 13efg + 14 + 15vanaf blz. 54
  

Programme

récapitulation

des excercises

récapitulation

Het regelmatige werkwoord op -er

Werkwoorden op -er

Stam = hele werkwoord - er

Voorbeelden:

Donner

Parler

Chercher

Chanter

• Donn
• Parl
• Cherch
• Chant

Persoonlijk voornaamwoord

ik 

jij

hij

zij

men

wij

u

zij (m)

zij (v)

je

tu

il

elle

on

nous

vous

ils

elles

Vaak vertalen mensen het Franse woord on ook met wij. Wij houden het op men!

Dit zijn de uitgangen

Je hoeft alleen de stam in te vullen!

Werkwoord

• chanter
• parler
• chercher
• danser
• habiter

Vertaal:
(danser) hij danst

Vertaal:
(habiter) Jij woont

Vertaal: (parler) Zij praten

1. Elle parle
2. Elles parlent
3. Nous parlons
4. Ils parlont

Vertaal:
(chercher) Wij zoeken

1. Nous cherchons
2. On cherchons
3. Vous cherchez
4. On cherche

Uitspraak? 

Franse werkwoorden op -er zijn makkelijker te gebruiken tijdens het spreken dan tijdens het schrijven. Luister naar de uitspraak van het werkwoord donner. Wat valt op in de uitspraak?

je donne

tu donnes

Il donne

on donne

nous donnons

vous donnez

Ils donnent

elles donnent

Zelfde uitspraak

-e

-es       

-ent

Planning

Phrases-clés

• luisteren en oefenen
• opdr. 16

Zelfstandig werken

• regelmatige werkwoorden eindigend op -er
• vragen stellen met hulp phrases-clés
• opdr. 13efd + 14 + 15 + 17

Phrases-clés

• Luister naar de phrases-clés op TB blz. 29 en lees mee
• Oefen in tweetallen de vragen en antwoorden
• Let op de uitspraak
• Oefen om en om de rol
• Wissel twee keer van rol
• Lees na het oefenen de pronunciation et orthographe

Phrases-clés opdr. 16b blz. 57

Zelfstandig werken

Werkwoorden

opdracht 13efg blz. 54

opdracht 14 op blz. 55

opdracht 15 blz. 56

Phrases - clés

opdracht 17 blz. 58/59

• kies 1 persoon uit
• bedenk zes vragen
• gebruik de fiches
• gebruik phrases-clés

Volgende les

kerstspecial

Le programme pour aujourd'hui

1 Jour 1 Actu 

Noël en France

Le vocabulaire de Noël

Le menu de Noël

https:

Voca de Noël

Tu fais un Quizlet sur le vocabulaire de Noël.

https://quizlet.com/_5s2o2l

Oefen de woordjes tot de timer is afgelopen

Hierna doen we een Quizlet-live

Les plats d'un repas de Noël

• Un apéritif (du pastis, une coupe de champagne)
• Une entrée
• Un plat principal (viande ou poisson)
• Le fromage
• Le dessert
• Un digestif (le cognac, le porto, du Grand Marnier)

Une entrée

Une soupe

Une salade

Un cocktail de crevettes

Du saumon fumé

Du foie gras

Des huîtres

Le plat principal

Le bifteck

La dinde

Le poulet

Le saumon

Le thon

La sole

Le fromage

Le camembert

Le roquefort

Le cantal

Le brie

Le bleu d'Auvergne

Le dessert

Un gâteau au chocolat moelleux

Une crème brûlée

Un soufflé

La bûche de Noël

Menu de Noëll

Je maakt straks per groep een kerstmenu in het Frans

• Zorg dat je voldoet aan de minimale eisen
• Schrijf je menu in het klad op
• Let op juiste schrijfwijze
• Gebruik de voorbeelden
• Bedenk zelf eventueel ook iets
• Je menu inleveren via LessonUp 1 persoon per groep

Composer un menu de Noël

Au minimum:

1 entrée

1 plat principal

2 sortes de fromage

1 dessert

1 groepslid levert straks via LessonUp het menu in

Kerstmenu