GT2C - 22 maart 2022

Woordenschat

Hoofdstuk 4

GT2C
22 maart 2022
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat

Hoofdstuk 4

GT2C
22 maart 2022

Slide 1 - Tekstslide

Opening
Leerlingen stromen de klas binnen. 

2 minuten
Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk voor vandaag
  • H4 Woordenschat - Opdracht 1 t/m 4

Planning
  • Nakijken opdracht 1 t/m 4
  • Vragenlijst
  • Aan de slag!


Slide 2 - Tekstslide

Introduceren lesopbouw
Korte terugblik op het huiswerk dat voor vandaag gemaakt is, vervolgens kort bespreken wat er vandaag op het programma staat. 

1 minuut
Nakijken: opdracht 1
1 t/m 3
a
  • eenzaamheid > eenzaam = het eenzaam zijn
  • dagelijks > dag = elke dag

b
  • smakelijk > smaak = met smaak
  • eetbaar > eten = mogelijk te eten


Slide 3 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 1

  • opening > open = het openen 
  • geluidloos > geluid = zonder geluid 

  • vijfling > vijf = vijf kinderen die vlak na elkaar zijn geboren van één moeder 
  • rammelaars > rammelen = dingen die kunnen rammelen 



Slide 4 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 1
  • luiaard > lui = iemand die lui is 
  • aanstellerig > aanstellen = overdreven
 
  • puberteit > puber = periode waarin je snel groeit en seksueel volwassen wordt, of: periode tussen je dertiende en achttiende jaar 
  • seksistische > seks/seksist = te maken hebben met seks 



Slide 5 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 2
1

  • verspreid – verdeeld
  • wereldwijd – over de hele wereld
  • origineel – echt
  • ongetwijfeld – zeker

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 2
2 + 3

  • Ontelbare > tellen
  • Betekenis = Niet te tellen

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 2
4 + 5

  • Telling > tellen
  • Betekenis = Bij elkaar opgeteld

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 2
6

De vorm van de brug lijkt op een slang. Een anaconda en een python zijn slangen. 

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 2
7

C = Je bent te lang bezig.

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 2
8

Even getallen: 2, 4, 6, ...

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 2
9
  • 1 = noodzakelijk – absoluut nodig 
  • 2 = dateert – is afkomstig uit de tijd van 
  • 3 = diverse – verschillende 
  • 4 = hoogstandjes – dingen die heel knap of kunstig gemaakt zijn 
  • 5 = exemplaren – één ding van iets waarvan er nog meer zijn  
  • 6 = genieten – hebben, krijgen 
  • 7 = erkenning – waardering 


Slide 12 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 2
  • 8 = bewonderen – heel mooi vinden
  • 9 = onderdeel – gedeelte
  • 10 = bijzondere – ongewone
  • 11 = bekend – iets dat veel mensen kennen
  • 12 = elegant – sierlijk
  • 13 = verbindt – maakt vast
  • 14 = passeren – voorbijgaan
  • 15 = tegelijk – op hetzelfde ogenblik


Slide 13 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 3
Vergelijk jouw antwoorden van opdracht 3 met die van jouw buurman/buurvrouw.

  • Hebben jullie alles hetzelfde?
  • Kunnen jullie elkaar uitleggen waarom je voor een bepaald woord hebt gekozen?

Je krijgt hier drie minuten de tijd voor.

Slide 14 - Tekstslide

Nakijken - Check-in-duo's
Leerlingen kijken samen met hun buurman/buurvrouw of zij dezelfde antwoorden hebben. Bij verschillende antwoorden leggen zij hun denkwijzen aan elkaar uit.

3 minuten
Nakijken: opdracht 3
  1.    bewondering 
  2.    hoogstandjes 
  3.    verbonden 
  4.    elegante 
  5.    gepasseerd 
  6.    dateert 

Slide 15 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Nakijken: opdracht 4
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:

  1.    Sara en Lieke gaan allebei tegelijk trainen.   
  2.    In Zeeland zijn twee exemplaren van een zeldzame vogelsoort gespot. 
  3.    Nadat ik de IKEA-kast in elkaar had gezet, hield ik twee onderdelen over. 
  4.    Dat jij altijd een acht of hoger haalt, vind ik bijzonder
  5.    De coach geniet veel waardering van zijn team. 
  6.    Dat rode draadje kun je met het blauwe draadje verbinden


Slide 16 - Tekstslide

Nakijken
Samen met de leerlingen wordt het huiswerk nagekeken.

10 minuten
Tip!
Maak bij het leren van woordenschat H1 t/m H4 gebruik van de Quizlets in de studiewijzer!

Slide 17 - Tekstslide

Tip!
Leerlingen worden geattendeerd op de mogelijkheid tot oefenen met woordenschat in Quizlet.

1 minuut
Vragenlijst invullen
  • Zouden jullie voor mij deze vragenlijst willen invullen?
  • Je blijft anoniem.
  • Met jullie antwoorden kan ik mijzelf verbeteren!



Slide 18 - Tekstslide

Vragenlijst
Leerlingen maken de vragenlijst over mij. Als zij hiermee klaar zijn, mogen zij aan de slag met hun huiswerk. 

10 minuten
Aan de slag!
Je maakt opdracht 5, 6, 7 en 8 van H4 woordenschat.
Je gebruikt je boek (p.104-105) en je schrift.
Je werkt alleen. Ik loop rond voor vragen.
20 minuten
Je hebt je huiswerk voor volgende week af.
Verder met Er was eens... of leren H4 woordenschat.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Leerlingen gaan aan de slag met het maken van hun huiswerk.

20 minuten
Afsluiting
Volgende les
  • Aan de slag met Er was eens...

Let op!
  • Uiterlijk aanstaande vrijdag 25 maart lever jij jouw verslag met daarin o.a. jouw verhaal van Er was eens... in!

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting
De les wordt afgesloten en er wordt vooruitgeblikt op de volgende les.