Unit 4 - Recap grammar

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Reading

- Ik weet welke grammatica er van mij verwacht wordt op het proefwerk, begrijp deze en kan deze toepassen.

 Reading 

Uitzonderingen

Sometimes a word changes on its own:

Tooth --> Teeth

Man --> Men

Mouse --> Mice

Rice --> Rice

quizzzzzz time

pony

1. ponies
2. ponys

wolf

1. wolves
2. wolfes

lunch

1. lunchs
2. lunches

class

1. classes
2. classies

flower

1. flowers
2. floweres

mouse

1. mice
2. mouses

tooth

1. toothes
2. teeth

hobby

1. hobbys
2. hobbies

scarf

1. scarves
2. scarfes

key

1. keis
2. keys

toy

1. toys
2. toyes

monkey

1. monkies
2. monkeys

child

1. children
2. childs

radio

1. radios
2. radio's

coach

1. coaches
2. coachs

Korte ja/nee antwoorden

In Nederland vind wij het niet raar wanneer mensen een kort ja of nee antwoord geven op een vraag.

Op bijvoorbeeld een vraag als:

Gaat Toon mee naar het concert?

ja / nee

Beleefd

De meeste Engelsen zijn erg beleefd. 

Zij maken een zin van het verkorte antwoord dat wordt gegeven

Hoe maak je een kort ja/nee antwoord?

Yes, - herhaal het onderwerp  - herhaal het werkwoord
No, - herhaal het onderwerp - herhaal het werkwoord + not

Is your sister 16 years old?            Do they have a car?

Yes, she is.                                             Yes, they do.

No, she isn't (No, she is not)          No, they don't (No, they do not)

Let op!

Bij 'you' in een vraag gebruik je 'I' of 'we' in je antwoord. 

Waarom? De vraag wordt aan jou gesteld!

Are you interested in comic books?

- Yes, I am/we are.

- No, I am not/ we aren't.

Kijk goed of je 'I' of 'we' moet gebruiken. Soms kunnen ze allebei.

Wat doe je om een short yes/no answer te geven?

1. Je herhaalt het onderwerp en het 1e werkwoord
2. Je herhaalt alle werkwoorden
3. Je herhaalt de hele zin met yes/no
4. Je zegt alleen 'yes' of 'no'

Does she like sweets?

Can we help them?

Have they got a piano?

Yes, she does.

No, she doesn't.

Yes, we can.

No, we can't.

Yes, they have.

No, they haven't

Give the short yes/no answer:
Can I walk the dog later? +

Maak het juiste korte 'yes/no answer'
Have they got a nice house? (no)

We ........... go for a drink after school tomorrow, if you like.

1. can't
2. could

Our parents are very strict. We will never .............. go to that party on Friday!

1. be able to
2. be allowed to

At summer camp, we ........ listen to music in our rooms until 9 p.m..

1. are allowed to
2. aren't allowed to

Of course he .......... swim. He’s a lifeguard!

1. can't
2. can

Wanneer gebruiken we het woordje *will*?

1. Als naam
2. Om iets over uit het verleden te vertellen
3. Om iets over de toekomst te vertellen

Vul in: *will* of *won't*
(+ ) We ...... go to Dublin next week.

1. will
2. Won't

Vul in: *will* of *won't*

(-) She ..... visit us next weekend.

1. will
2. Won't

Wanneer gebruik je *shall*?

Voeg *will* of *shall* toe in de zin:

(+) You ..... like that film.

Voeg *will* of *shall* toe in de zin:

(-) You ..... like that film.

Voeg *will* of *shall* toe in de zin:

(+) I’m sure you ..... love it.

Reading: 4.1/4.2/4.3/4.4 test yourself af en groen? Leren!

Opties: 1. Zelfstandig in stilte aan het werk (eventueel met oortjes)
            2. Samen met docent

Wat hebben we vandaag gedaan en wat heb ik geleerd?

* Zie Magister/planner