6.1: Licht op de middeleeuwen (oriëntatie)

6.1: Oriëntatie
H6: Licht op de Middeleeuwen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.1: Oriëntatie
H6: Licht op de Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1.  Je kunt aangeven welke jaartallen bij de vroege middeleeuwen horen.

2. Je kunt de middeleeuwse standensamenleving uitleggen.

3. Je kunt je oriënteren op de tijd van Monniken en Ridders


Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je eigenlijk
van de middeleeuwen?

Slide 3 - Woordweb

3. Monniken en Ridders
Tijd van Monniken en Ridders
500 - 1000

Slide 4 - Tekstslide

De middeleeuwen zijn opgedeeld in 2 perioden, omdat het zo'n lange tijd is. 
  • De Vroege Middeleeuwen (500 - 1000) heet ook wel de tijd van Monniken en Ridders. 
  • De Late Middeleeuwen (1000 - 1500) heet ook wel de tijd van Steden en Staten. 

De middeleeuwen duren dus zo'n 1000 jaar! 

Slide 5 - Tekstslide

Tot 3000 v.C.
3000 v.C. tot 500 n.C.
500 - 1000 n.C.
1000 - 1500 n.C..
Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Monniken en ridders
Tijd van Steden en Staten
Middeleeuwen
Prehistorie
Oudheid

Slide 6 - Sleepvraag

Stap terug
Na de val van het Romeinse Rijk deed Europa een stap terug in de tijd. Steden vervielen, wegen werden niet meer onderhouden, geld verdween en de bescherming van de Romeinen was er niet meer. 

Verschillende Germaanse stammen maakten voortaan de dienst uit! 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


Twee uitspraken:
1. Het Romeinse Rijk viel in het jaar 476. Dit is dus in de 4e / 5e eeuw na Chr. 
2. Een oorzaak / gevolg van de val van Rome is het wegvallen van veel voorzieningen als wegen, bescherming en een betaalmiddel. 
A
1 = 4e 2 = oorzaak
B
1 = 4e 2 = gevolg
C
1 = 5e 2 = oorzaak
D
1 = 5e 2 = gevolg

Slide 9 - Quizvraag

Standensamenleving
Wat hetzelfde bleef, was de ongelijkheid tussen mensen. In de middeleeuwen ontstond er een standensamenleving

  • Bovenaan stonden geestelijken die voor de kerk werkten
  • In het midden stond de adel, rijke en machtige families
  • Onderin stonden de boeren. Later kwamen daar de burgers uit de steden bij. In de vroege middeleeuwen waren er nog niet echt steden. 

Slide 10 - Tekstslide


Twee uitspraken over de middeleeuwse standensamenleving
1. 'Net als bij de Romeinen was er sprake van ongelijkheid'. Deze zin is een voorbeeld van continuïteit / verandering
2. 'Later werden de burgers toegevoegd aan de tweede / derde stand'. 
 
A
1 = continuïteit 2 = tweede
B
1 = continuïteit 2 = derde
C
1 = verandering 2 = tweede
D
1 = verandering 2 = derde

Slide 11 - Quizvraag

Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
geestelijkheid
adel
boeren

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Video

Leerdoelen
1.  Je kunt aangeven welke jaartallen bij de vroege middeleeuwen horen.

2. Je kunt de middeleeuwse standensamenleving uitleggen.

3. Je kunt je oriënteren op de tijd van Monniken en Ridders


Slide 14 - Tekstslide

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Volgende keer:

Maak 6.1: Historische Oriëntatie

Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Maak 6.1: Actuele oriëntatie


Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Klokhuis Willibrord 
(15 min) + verdere werktijd 6.1

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Klaar? 

Maak 6.1: Historische Oriëntatie

Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Maak 6.1: Actuele oriëntatie


Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Nakijken via Tijd voor GS. 

Slide 17 - Tekstslide