Capitulo 4 - les 2 Havo/vwo 2

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

Hoy es viernes, 13 de septiembre

La regla:

Respect:

Als iemand praat is de rest stil

Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen

We maken elkaar niet belachelijk

¿Qué vamos a hacer hoy?

• Deberes (WB): blz. 10, opdracht 9- bron C
• Woordjes van bron C, WB blz. 31
• Herhaling: persoonlijke vnw
• Vamos a aprender el verbo ir
• practicar

¿Cuál es la meta de hoy? 

• Ik heb een tekst begrepen en vragen over de tekst beantwoord
• Ik weet minimaal 3 schoolgerelateerde woorden 
• Ik kan vertellen waar iemand naartoe gaat

Los deberes

Maak libro de ejercicio (WB): blz. 10, opdracht 9. Hiervoor heb je je tekstboek nodig op blz. 36 bron C

¿Qué vamos a hacer?

Wat? Libro de texto: Bron C op blz. 12 lezen

Libro de ejercicio: vragen van bron C beantwoorden op blz. 12, opdr. 6

Hoe? in duo's

Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt

Tijd: 10 minutos

Uitkomst: Ik heb mijn leesvaardigheid geoefend

Klaar? Maak je puzzle af, opdr. 7

Korte pauze

Werkwoorden vervoegen

yo= yo

tú = tú

él = naam van man / zelfst.nw enkelvoud

ella = naam van vrouw / zelfst.nw enkelvoud

nosotros = naam/namen y yo

vosotros = naam/namen y tú

ellos = twee namen van mannen / zelfst.nw meervoud

ellas = twee namen van vrouwen / zelfst.nw meervoud

Het werkwoord ir

ir a la biblioteca

ir al instituto

Maken 

Wat? Libro de ejercicio opdr. 12, 13C en 14 maken blz. 12 t/m 14

Hoe? zelfstandig

Hulp: libro de texto blz. 37, bron D

Tijd: 15 minuten

Uitkomst: Ik kan het werkwoord ir vervoegen

Klaar? Maak opdr. 16, blz. 15 WB

Gesprekjes voeren:

TB blz. 37, bron E

Los deberes:

TB blz. 37, bron D uit je hoofd leren en 1 keer schrijven: het werkwoord ir 

TB blz. 37, bron E uit je hoofd leren en 1 keer schrijven: fraces clave

¿Cuál era la meta de hoy? 

• Ik heb een tekst begrepen en vragen over de tekst beantwoord
• Ik weet minimaal 3 schoolgerelateerde woorden 
• Ik kan vertellen waar iemand naartoe gaat

La regla:

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.

1. un
2. una
3. unos
4. unas

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.

1. un
2. una
3. unos
4. unas

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.

1. un
2. una
3. unos
4. unas

Quizlet

https://ap.lc/wzBbJ