H2 warmte paragraaf 2

H2 warmte
Paragraaf 2 warmte en temperatuur
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 warmte
Paragraaf 2 warmte en temperatuur

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Noem drie elektrische
warmtebronnen

Slide 3 - Woordweb

Noem twee chemische
warmtebronnen

Slide 4 - Woordweb

warmtebronnen
Met warmtebronnen kun je stoffen verwarmen. 

Voorbeelden van warmtebronnen zijn:

 een fornuis,
 kachel, 
CV,  
dompelaar, 
broodrooster, 
waterkoker, etc. 

Slide 5 - Tekstslide

elektrische energie omzetten in warmte
Een dompelaar is een warmtebron die elektrische energie omzet in warmte (Q). 
Dit proces is zeer efficient, dat wil zeggen dat bijna alle elektrische energie wordt omgezet in warmte. Niet de volle 100% wordt omgezet in warmte, maar het percentage dat wordt omgezet in warmte komt hier zo dichtbij, dat je er in alle opdrachten vanuit mag gaan dat 100% van de elektrische energie wordt omgezet in warmte (tenzij anders staat vermeld). Als 100% van de elektrische energie (E elektrisch) wordt omgezet in warmte(Q), dan is de warmte energie dus gelijk aan de elektrische energie, dus:

Q = E elektrisch


Slide 6 - Tekstslide

Welke letter wordt gebruikt voor warmte?

Slide 7 - Open vraag

Zoek in BINAS de formule op voor het berekenen van elektrische energie en noteer deze hier.

Slide 8 - Open vraag

Als de elektrische energie gelijk is aan de warmte die ontstaat, wat geld er dan? …… = …….. vul de juiste twee letter in

Slide 9 - Open vraag

warmte energie berekenen
Om de hoeveelheid warmte energie te berekenen kun je dus de elektrische energie uit rekenen, omdat 100% van alle elektrische energie wordt omgezet in warmte (tenzij anders staat vermeld). 

Stel een apparaat verbruikt 40 J aan stroom, dan ontstaat er dus ook 40 J aan warmte. 

Om de elektrische energie uit te kunnen rekenen gebruik je de formule E= P xt

Slide 10 - Tekstslide

warmte energie
wanneer een apparaat 100% van de elektrisch energie omzet in warmte (je mag hier altijd vanuit gaan, tenzij anders staat vermeld), dan kun je de warmte energie berekenen met:
Q = (E =)  P x t 
(P = U x I  en  E = P x t —> E = U x I x t —> (E elektrisch) = Q = U x I x t)
P = vermogen in watt
t = tijd in seconden
Q = warmte energie in Joule

Slide 11 - Tekstslide

voorbeeld som warmte berekenen
Pauline heeft een waterkoker met een vermogen van 950W. Deze waterkoker heeft binnen 2 minuten en 56 seconden het water gekookt. Bereken hoeveel elektrische energie in Joule is omgezet in warmte energie. (alle elektrische energie wordt omgezet in warmte / rendement is 100%)

Slide 12 - Tekstslide

antwoord warmte berekenen
gegeven:

P = 950W
t = 2 minuten en 56s = 176s

gevraagd:

Eelektrisch of Q = ? J

formule:
Q = P x t = 950 x 176 = 167200 J

Slide 13 - Tekstslide

soortelijke warmte
Hoe lang het duurt om een stof op te warmen hangt van een aantal zaken af. Ten eerste de hoeveelheid van de stof die je hebt. Een klein steelpannetje met klein bodempje water heb je sneller aan de kook dan een grote soeppan vol met water. tevens maakt het af wat de begin temperatuur van de stof is en hoe warm je de stof wilt hebben. Wanneer de stof al op kamertempertuur (20 graden) is is deze sneller opgewarmt tot 100 graden, dan wanneer de stof maar 5 graden is. En ook de soort stof maakt een verschil. De ene stof neemt makkelijker warmte op dan de andere stof. Hoe snel een stof opwarmt hangt dus af van:

soort stof
hoeveelheid van de stof
verschil in temperatuur

Slide 14 - Tekstslide

soortelijke warmte
Hoe snel een stof opwarmt hangt dus af van:

soort stof —> de soortelijke warmte van een stof in J/g/Kkun je opzoeken in BINAS
de soortelijke warmte is een constante, dus korten we soortelijke warmte af met de letter C (staat per stof in binas tabel 15, 16 en 17)

hoeveelheid van de stof  —> de massa in gram, dus afkorting m.

verschil in temperatuur —>      T  in Kelvin


Δ
Q=CmΔT
ΔT=TeindTbegin

Slide 15 - Tekstslide

formules warmte
(Q=)E=Pt
Q=CwmΔT
Q=Q
Pt=CwmΔT
(Q=)E=UIt
UIt=CwmΔT

Slide 16 - Tekstslide

voorbeeld som soortelijke warmte
Sidra heeft een dompelaar met een vermogen van 2000W. Ze wil hiermee het water voor het baby badje opwarmen. ze heeft alleen beschikking over water op kamertemperatuur (20 graden Celsius), omdat de CV-ketel net kapot is gegaan. Sidra vult het babybadje met 14,6L water op kamertemperatuur. Water voor baby’s moet op lichaamstemperatuur (37graden Celsius) zijn. 
A.) Zoek de soortelijke warmte van water op.
B.) zoek de dichtheid van water op.
C.) Zoek de formule voor de dichtheid op.
D.) bereken met de formule voor de dichtheid uit wat de massa van 14,6L water is.
E.) Bereken het temperatuur verschil.
F.) Bereken de hoeveelheid warmte (Q) die geleverd moet wordendoor de dompelaar.
G.) Bereken hoe lang de dompelaar hier over doet.

Slide 17 - Tekstslide

voorbeeld som soortelijke warmte
A.) Cw = 4,18 J/g/K
B.)               1,00 g/cm^3

C.)        
             
D.) V = 14,6 L = 14,6 dm^3 = 14600 cm^3
1,00 g/cm^3

m = 1,00 x 14600 = 14600g

E.) 
ρ=vm
ρ
ρ=
ρ=
m=ρv
ΔT=TeindTbegin=3720=17

Slide 18 - Tekstslide

voorbeeld som soortelijke warmte

F.) 

Q = 4,18 x 14600 x 17 = 1037476J

G.) Q = P x t  —> t = Q / P
t = 1037476 / 2000 = 518,738s = 8,64... minuten (8 minuten en 39 seconden) 

ρ=
Q=CwmΔT

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel graden Celsius is kamertemperatuur?
A
0
B
15
C
20
D
25

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel graden wordt bedoeld met lichaamstemperatuur?
A
35
B
36
C
37
D
38

Slide 21 - Quizvraag

Een dompelaar heeft een vermogen van 1500W. Thijs verwarmt zijn glas water ermee, zodat hij er straks thee van kan trekken. Binnen 45 seconden vindt hij zijn water heet genoeg. Hoeveel warmte heeft de dompelaar geleverd aan het water in joule? alleen het getal noteren, geen eenheid!

Slide 22 - Open vraag

Timothy heeft een waterkoker, waarmee hij 250mL water verwarmt van kamertemperatuur tot 100 graden. Bereken hoeveel warmte energie (Q) in Joule hier voor nodig is. Alleen het getal invullen, geen eenheid!

Slide 23 - Open vraag

Amal heeft een dompelaar met een vermogen van 1000W, waarmee ze 3,0L water verwarmt van kamertemperatuur tot 60 graden. Hoeveel seconden doet amal hier over? (Tip bereken eerst Q met Cw m en T)

Slide 24 - Open vraag