woordenschat klas drie blok 5 en 6

wat is de betekenis van:
aanstoot
A
versterkt
B
ergernis
C
een goede start
D
kopstoot
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

wat is de betekenis van:
aanstoot
A
versterkt
B
ergernis
C
een goede start
D
kopstoot

Slide 1 - Quizvraag

wat is de betekenis van:
beamen
A
ontkennen
B
afkeuren
C
bevestigen
D
ergens een punt achter zetten

Slide 2 - Quizvraag

wat is de betekenis van:
cognitief
A
met verstand
B
fysiek
C
samenwerken
D
mogelijkheid

Slide 3 - Quizvraag

wat is de betekenis van:
refereren aan
A
iets opblazen
B
iets herhalen
C
behouden
D
verwijzen naar

Slide 4 - Quizvraag

wat is de betekenis van:
vrijwaren
A
bevrijden
B
zonder belasting
C
beschermen, behoeden
D
afschalen

Slide 5 - Quizvraag

wat is de betekenis van:
ten faveure van
A
de schuld krijgen
B
ten gunste van
C
kleur geven aan
D
opleiden voor

Slide 6 - Quizvraag

wat is de betekenis van:
reactionair
A
zeer conservatief, behoudend
B
afhankelijk zijn van
C
woedend reageren
D
verzwakken

Slide 7 - Quizvraag

wat is de betekenis van:
dubieus
A
crimineel
B
heel erg
C
zonder regels
D
twijfelachtig

Slide 8 - Quizvraag

wat is de betekenis van:
branche
A
campingleven
B
bedrijfstak
C
een failliet bedrijf
D
een bedrijf dat veel winst maakt

Slide 9 - Quizvraag

wat is de betekenis van:
pleiten voor
A
een betoog houden
B
complimenten geven
C
commentaar hebben
D
afhankelijk zijn van

Slide 10 - Quizvraag