Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verwijswoorden
Lezen
Pak je leesboek en ga lezen.
timer
17:00
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lezen
Pak je leesboek en ga lezen.
timer
17:00
Slide 1 - Tekstslide
Verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar iets of iemand.
Hij, ze, hem, haar, het, deze, die, dat, dit, wat, daar, er, toen, dan.
Slide 2 - Tekstslide
Doel:
In deze les leer je de regels voor het gebruik van verwijswoorden.
In deze les leer je wat de veel voorkomende verwijswoorden zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Verwijswoorden?
De jongen, die daar op de gang staat, heeft net een ongeluk gehad. Hij heeft nu een gebroken been. De dokter heeft dit gisteren gegipst.
Slide 4 - Tekstslide
Verwijswoorden?
De jongen,
die
daar
op de gang staat, heeft net een ongeluk gehad.
Hij
heeft nu een gebroken been. De dokter heeft
dit
gisteren gegipst.
Slide 5 - Tekstslide
Verwijswoorden samengevat
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn verwijswoorden ?
A
de
B
deze
C
zij
D
dat
Slide 7 - Quizvraag
Verwijswoorden...
A
geven een verband aan in de tekst.
B
geven een eigenschap aan.
C
geven aan dat iets van iemand is.
D
verwijzen naar iets in de tekst.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is geen verwijswoord?
A
de
B
deze
C
het
D
dat
Slide 9 - Quizvraag
Je gebruikt verwijswoorden om...
A
... het moeilijker te maken voor de lezer.
B
... de tekst korter te maken.
C
... meer afwisseling in de tekst te krijgen.
Slide 10 - Quizvraag
Een verwijswoord kan verwijzen naar:
A
één woord
B
een paar woorden
C
antwoord A, B en D zijn goed
D
een hele zin
Slide 11 - Quizvraag
Verwijswoord
omdat
dus
hoewel
en
hij
zij
die
dat
Slide 12 - Sleepvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.
_________ denkt dat
________ spam is.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 13 - Sleepvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Marlea's vader,
maar ________ gebruikt ________ niet meer.
drumstel
hij
zij
het
ze
Slide 14 - Sleepvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
‘Wil je ________ naar de glasbak brengen?’, vraagt Ryan,
terwijl ________ de lege flessen aan Luuk geeft.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 15 - Sleepvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord.
Vera doet het trucje voor.
________ zegt:
‘Zo moet je
________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
Slide 16 - Sleepvraag
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Twan heeft een bijbaantje voor twee uurtjes,
________ vindt
________ erg leuk.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 17 - Sleepvraag
geleerd?
Slide 18 - Woordweb
vragen?
Slide 19 - Woordweb
Welke verwijswoorden ken je nu?
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 20 - Tekstslide
Blooket
Ga naar:
Blooket.com/play
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Verwijswoorden herhaling
September 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Verwijswoorden
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
verwijswoorden
November 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Ma 28 november verwijswoorden
November 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Formuleren; Meer oefenen met verwijzen
Juni 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Formuleren; Meer oefenen met verwijzen
December 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Verwijswoorden
November 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Ma 28 november verwijswoorden
November 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3