Via de aorta stroomt het bloed naar de rest van het lichaam.
Door de holle aders stroomt het bloed weer terug naar de rechterboezem.
longen
Lichaam (alle weefsels)
Feit: de wand van de linkerhelft van het hart is dikker. Dit komt omdat dit deel van de spier (het hart) met grote kracht bloed moet pompen naar alle delen van het lichaam.
Slide 18 - Tekstslide
DUS: grote bloedsomloop
linkerboezem -> linkerkamer -> aorta -> rest van het lichaam -> holle aders -> rechterboezem
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
De hartkleppen
Tussen de boezems en de kamers in het hart zitten hartkleppen.
Deze kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt van de kamers naar de boezems.
Op de volgende afbeelding zie je hoe de hartkleppen werken.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
De halvemaanvormige kleppen
Aan het begin van de longslagader en de aorta bevinden zich halvemaanvormige kleppen.
(niet verwarren met de hartkleppen!)
Zij zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt van de bloedvaten naar de kamers.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
0
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
3) Zelf aan de slag
Wat moet je doen? Lezen (vanaf blz.176 ) Maken opdracht 1 t/m 8 (3 hoeft nog niet)
Hoe moet je dat doen? BBB-methode op fluisterniveau
Wanneer moet het af zijn?
De volgende les.
Slide 28 - Tekstslide
Leerdoelen gehaald?
kan je aansluitende bloedvaten benoemen
kan je een functie van het hart benoemen
Slide 29 - Tekstslide
Wat gaan we de volgende les doen
De volgende les gaan we het hebben over uitscheiding