3AH - werkwoorden op -re

Bienvenue

Assieds-toi
(ga zitten)

Prends ton livre et ton iPad 




1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue

Assieds-toi
(ga zitten)

Prends ton livre et ton iPad 




Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui
  • Les verbes en -re
  • quiz
  • werken aan de poster (maandag presenteren)
mardi le 3 octobre
Leerdoel; Ik kan een werkwoord eindigend op -re in de présent en de passé composé zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn regelmatige werkwoorden?

Werkwoorden die je vervoegt met een regel.
Je leert 1,  maar je kent ze allemaal!

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan
1. Stam zoeken
2. Kijk goed naar het onderwerp
3. Juiste uitgang achter de stam zetten

Werkwoord: attendre (= wachten)

Slide 4 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden 
op -re
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
s
s
-
ONS
EZ
ENT

Slide 5 - Sleepvraag

werkwoorden op -re in de présent
Tu.............(vendre)
A
vends
B
vende
C
vend
D
vendes

Slide 6 - Quizvraag

werkwoorden op -re in de présent
Nous ..... (attendre) la maison.
A
attendont
B
attendez
C
attendent
D
attendons

Slide 7 - Quizvraag

werkwoorden op -RE / present
Paula.............(rendre)

A
rends
B
rende
C
rend
D
rendez

Slide 8 - Quizvraag

werkwoorden op -re in de présent
Ils .............(perdre)
A
perds
B
perdent
C
perd
D
perdez

Slide 9 - Quizvraag

Werkwoorden op -re in de passé composé: vous ..... (répondre) trop tard.

Slide 10 - Open vraag

Werkwoorden op -re in de passé composé: tu ..... (vendre) les pommes?

Slide 11 - Open vraag

Werkwoorden op -re in de passé composé: Paula ..... (rendre) les livres.

Slide 12 - Open vraag

Werken aan de poster

Slide 13 - Tekstslide

Wat moet erin?
1. informatie over je beste vriend(in)
2.hoe lang jullie elkaar al kennen
3. dingen die jullie samen doen
4. welke vormen van social media jullie gebruiken
5. waar jullie elkaar hebben ontmoet
6. gebruik de zinnetjes van hoofdstuk 1 (blz. 50)


Slide 14 - Tekstslide

Verder oefenen
Page 44
Havo: fais exercices 29abc, 30ac + 31
vwo: fais exercices 29abc, 30ab + 31

Klaar? Ga naar de volgende dia om te zien wat je dan gaat doen.

Slide 15 - Tekstslide

Corriger les devoirs
Je gaat je huiswerk nakijken. Gebruik de volgende dia's.
Let op:
GEEL = HAVO
GROEN = vwo

Slide 16 - Tekstslide

HAVO
Exercice 23a
Odre correct: 3 - 1 - 4 - 2 - 5
Exercice 23c
1 représentera
2 zal vertegenwoordigen
Exercice 23d
1 niet
2 niet
Exercice 23e
4 d
13,6 b
24h/24 a
1000 c
Exercice 23f
A
Exercice 23g
De teksten zijn vooral positief geschreven. Dat zie je aan de laatste zin van elke tekst.







Exercice 24
Eigen antwoord.
Exercice 25a
1 un visiteur
2 exister
3 Américain
4 savoir
Exercice 25b
1 or
2 Le prix/le prix
3 cher
4 argent
5 pauvre
Exercice 25c
coin presse

Slide 17 - Tekstslide

VWO
Exercice 23a
Réponse type:
Er kwamen hele negatieve reacties op via social media.

Exercice 23b
1 niet
2 wel
3 wel

Exercice 23c
C

Exercice 23d
zich ermee vermaken / zichzelf ermee krabben

Exercice 23e
spieken / afkijken


Exercice 25a
1 mijn geboorte
2 een doos / een kartonnen doos
3 social media / sociale media / social media kanalen / sociale media kanalen
4 een uitdrukking / een blik / een expressie
5 want / omdat
Exercice 25b
période de 100 ans - siècle
satisfait - content
fâché - énervé
contraire de 'derrière - devant
avant - autrefois
quelques - certains
Exercice 25c
1 la tête / le visage
2 le verre
3 le prénom
4 les yeux
5 réfléchir / penser
6 le gouter










Exercice 25a
1 mijn geboorte            5 want / omdat
2 een doos / een kartonnen doos
3 social media / sociale media / social media kanalen / sociale media kanalen
4 een uitdrukking / een blik / een expressie

Exercice 25b
période de 100 ans - siècle
satisfait - content
fâché - énervé
contraire de 'derrière - devant
avant - autrefois
quelques - certains

Exercice 25c
1 la tête / le visage3 le prénom5 réfléchir / penser
2 le verre4 les yeux6 le gouter




Slide 18 - Tekstslide

www.verbuga.eu
Werkwoorden:
attendre
entendre
perdre
rendre
vendre

Tijden:
présent + passé composé

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide