2K, U3L2

What are we going to do today? 
  • Previous lesson 
  • Homework check (6 till 10)  
  • Goals of today
  • Listening exercises 
  • Grammar notes 
  • Homework 
  • Evaluation  

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

What are we going to do today? 
  • Previous lesson 
  • Homework check (6 till 10)  
  • Goals of today
  • Listening exercises 
  • Grammar notes 
  • Homework 
  • Evaluation  

Slide 1 - Tekstslide

What do you remember from the previous lesson?

Slide 2 - Woordweb

Homework check
You needed to do ex. 6 till 10 for this lesson. Now, we are going to check the answers together. 

Slide 3 - Tekstslide

Goals of today
We kunnen luisteren naar aankondigingen en instructies in het Engels.
We weten wanneer we this/that/these/those moeten gebruiken.  
We weten hoe we de bezittelijke voornaamwoorden moeten gebruiken.


Slide 4 - Tekstslide


a
        What do you see when you take a look at page 42 in your textbook? 

Slide 5 - Open vraag

Listening
We are going to listen to the clips (page 42) and do ex. 13 and 14 together (read the questions before we start). 

Ex. 13
Ex. 14

Slide 6 - Tekstslide

Grammar

Slide 7 - Tekstslide

Grammar
Als je wijst naar mensen of dingen die dichtbij zijn, dan gebruik je this (enkelvoud) en these (meervoud).

Example:
Look at this table.
Look at these books.

Slide 8 - Tekstslide

Grammar
Als je wijst naar mensen of dingen die verder weg zijn, gebruik je that (enkelvoud) of those (meervoud).

Example:
Look at that car.
Look at those trees.

Slide 9 - Tekstslide

Explain the difference

Slide 10 - Tekstslide

this
that
these
those
Look at .... table over here. 
Look at ... man outside, he's cute!
There are a lot of drawings on ... tables over here. 
... teachers over there are boring!

Slide 11 - Sleepvraag

Grammar
In het Nederlands kun je zeggen: ‘die van mij’, ‘die van jou’, enz. Of je zegt: ‘de mijne’ of 'mijn'. 
In het Engels gebruik je hiervoor de woorden uit de tabel van de volgende dia. Je moet deze overnemen in je schrift.

Het bezittelijk voornaamwoord wordt zelfstandig gebruikt. Dat wil zeggen dat er niets achter staat.


Slide 12 - Tekstslide

Grammar 
(Zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden)

Example: 

He is a friend of mine (hij is een vriend van mij).

That book is mine (dat boek is de mijne).


mine                                             hers                                       yours

yours                                            its                                           theirs

his                                                ours


Slide 13 - Tekstslide

Homework
You have to finish exercise 14 till 21 (-17) before the next lesson.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Evaluation
We kunnen luisteren naar aankondigingen en instructies in het Engels. 
We leren wanneer we this, that, these en those moeten gebruiken. 
We weten hoe we de bezittelijke voornaamwoorden moeten gebruiken. 

Slide 16 - Tekstslide