210525 Spelling H3 + Woordenschat H3

Welkom bij Nederlands!
Je hebt geen telefoon nodig en hoeft niet in te loggen bij LessonUp!

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Je hebt geen telefoon nodig en hoeft niet in te loggen bij LessonUp!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

Uitleg H3 Spelling
Opdrachten maken
Pauze
Uitleg H3 Woordenschat
Opdrachten maken
Betoog Sem



Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Spelling

  • Ik weet wanneer ik getallen in letters of cijfers moet schrijven.

  • Ik weet hoe ik werkwoordsvormen moet schrijven die hetzelfde klinken.

Slide 3 - Tekstslide

Letters

  • Een t/m twintig
  • Tientallen tot honderd
  • Honderdtallen tot duizend
  • Duizendtallen tot twaalfduizend
  • miljoen, miljard, etc.
Getallen

  • Boven de twintig
  • Maten
  • Gewichten
  • Bedragen
  • Telefoonnummers
  • Exacte tijdstippen
  • Adressen
  • Percentages
  • Datums

Slide 4 - Tekstslide

Een paar voorbeelden:
Ik heb wel honderd koekjes gegeten.
Ik heb wel 105 koekjes gegeten.

Ik ben gisteren zestien jaar geworden.
Ik ben gisteren 35 jaar geworden.

Op 11 juni ben ik jarig.
De afspraak duurt ongeveer drie uur.
We hebben om 15:00 uur een afspraak.

Slide 5 - Tekstslide

LET OP:
  • Breuken schrijf je los van elkaar: twee derde (2/3), drie een achtste (3 1/8).
  • Behalve in een samenstelling: driekwartsmaat, tweeëneenhalf
  • Als je in een zin meerdere gewone getallen hebt (dus geen maten, gewichten, telefoonnummers, etc.) en je deze volgens de regels met zowel cijfers als letters schrijft, dan gebruik je cijfers.

Wij hebben gisteren tien flessen wijn en 24 flessen bier gekocht.

Wij hebben gisteren 10 flessen wijn en 24 flessen bier gekocht.

Slide 6 - Tekstslide

Zijn de volgende getallen juist geschreven?

  1. Bijna 93 miljoen
  2. De 395ste voorstelling
  3. Dertig procent
  4. drie-en-een-half
  5. drievijfde van de burgers 
  6. Het duurt maar 2 uur.
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
De eerste vijf minuten werken we in stilte. Daarna mag je overleggen met je buurman of buurvrouw. 


Maak opdracht 1 (g t/m l), 2 en 3 van H3 spelling (blz. 101)
Ben je klaar?
Maak dan opdracht 7+8 (blz. 103)
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Pauze
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 woordenschat

Aan het eind van deze les kan ik een asyndetische vergelijking, homerische vergelijking en synesthesie herkennen en begrijpen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat was het ook alweer?
Vergelijking

Metafoor

Personificatie

Metoniem

Slide 11 - Tekstslide

Drie nieuwe woorden:
Asyndetische vergelijking
A, B,

Homerische vergelijking
Zoals B, zo is A

Synesthesie
Combinatie van twee zintuigen


Oude woorden:
Vergelijking
A is [eigenschap] als B

Metafoor
A is B

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 van H3 Woordenschat (blz. 90)

We bespreken hem over vier minuten.

Ben je klaar? Dan ga je verder met opdracht 2+3.

timer
4:00

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 1, 2 en 3, 7 en 8 van H3 Spelling (blz. 100)

Maak opdracht 1, 2 en 3 van H3 Woordenschat (blz. 90)

Dit is ook huiswerk.

Ben je klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen.
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Betoog Sem

Slide 15 - Tekstslide