9.3 Communisme in de Sovjet-Unie

9.3
Communisme, fascisme, nationaalsocialisme
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

9.3
Communisme, fascisme, nationaalsocialisme

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Leren wat communisme is.
Leren hoe communisme in de Sovjet-Unie in de praktijk werd gebracht.
Leren wat fascisme is.
Leren wat nationaalsocialisme is.

Slide 2 - Tekstslide

Communisme
  • Voor: totale gelijkheid voor iedereen.
  • --> Iedereen werkt.
  • --> Iedereen hetzelfde salaris.
  • --> Alle bedrijven in handen van de overheid.
  • --> Zelf winst maken onmogelijk.
  • Tegen: vijf K's: Kerk, Koning, Kapitaal, Kazerne en Kroeg.
  • --> Tegen religie, monarchie, winst maken, oorlog en alcoholgebruik.
  • Bereiken door een revolutie van de arbeidersklasse.

Slide 3 - Tekstslide

1917
  • In 1917 ging het slecht met Rusland in de Eerste Wereldoorlog.​
  • Geen boeren op de akkers, dus hongersnood.​
  • Mensen gaan staken en demonstreren.​
  • Het leger moet de demonstranten stoppen, maar gaat juist meedoen.​
  • De Doema dwingt Nicolaas II tot aftreden: Februarirevolutie.​
  • Rusland wordt een Republiek, nog steeds armoede, hongersnood en oorlog.​
  • Lenin is beroemde Russische communist die door de Russische regering is verbannen.​
  • Duitsland spoort Lenin op en zet hem op de trein naar Rusland.​
  • Oktoberrevolutie: Nieuwe opstand in Rusland. Communisten komen onder leiding van Lenin aan de macht.​
  • --> Rusland wordt de Sovjet-Unie en trekt zich terug uit de oorlog.​















Slide 4 - Tekstslide

De Sovjet-Unie onder Stalin
  • In 1924 overlijdt Lenin -->  Stalin volgt hem op.​
  • Planeconomie: Stalin maakte vijfjarenplannen waarin hij vastlegde hoeveel elk bedrijf moest produceren, zodat de Sovjet-Unie snel een sterke industrie op kon bouwen.​
  • Boerderijen worden samengevoegd tot staatsboerderijen: kolchozen.​
  • Rijke boeren zijn tegen deze collectivisatie, zij worden vermoord.
  • Miljoenen mensen worden vermoord of gedeporteerd.​
  • Door de geheime dienst worden nog meer mensen vermoord of gedeporteerd.​









Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Chronologie communisme
Je werkt samen in groepjes van 3 of 4.
Je krijgt een stapel bladen met jaartallen / periodes, personen en gebeurtenissen.
Zet eerst de jaartallen op de goede volgorde.
Leg daarna onder het juist jaartal de juiste gebeurtenissen op de goede volgorde.
Koppel daarna aan de juiste groep gebeurtenissen de juiste persoon.

Slide 7 - Tekstslide

Chronologie communisme
  • Nu wissel je van plaats in de klas.
  • Kijk elkaars werk na en verbeter de fouten.
  • Daarna wissel je nog een keer van plek.
  • Kijk het werk van een nieuw groepje na en verbeter de fouten.
  • Antwoorden bespreken.

Slide 8 - Tekstslide

         Problemen in de Sovjet-Unie
  • Je vormt in een groepje van 2, 3 of 4 personen het bestuur van de Sovjet-Unie.
  • Als bestuurder van de Sovjet-Unie krijg je te maken met veel verschillende problemen.
  • Voor elk probleem heb je vier minuten de tijd om een goede oplossing te bedenken op basis van je kennis van de Sovjet-Unie en strategisch nadenken.
  • Per goede oplossing voor je probleem ontvang je als groepje een punt.
  • Het meest succesvolle bestuur van de Sovjet-Unie heeft de meeste punten en krijgt een prijs!
timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

Facisme
  • In Italië kregen fascisten steeds meer macht.​
  • Fascisten wilden vier dingen:​
  • De overheid heeft de volledige controle over de samenleving: totalitair regime.​
  • Woorden zijn minder belangrijk dan daden.​
  • Je moet trots zijn op je land en je volk, bereid ervoor te sterven: nationalisme.
  • Oorlog en geweld zijn goede manieren om problemen op te lossen: militarisme.​
  • Benito Mussolini was de fascistische leider in Italië.​
  • Mensen steunden Mussolini omdat ze teleurgesteld waren in de Eerste Wereldoorlog en omdat ze bang waren voor een communistische revolutie.​
  • Italië wordt een eenpartijstaat met Mussolini als dictator.​
  • Er is veel propaganda voor het fascisme --> het volk wordt geïndoctrineerd.​









Slide 10 - Tekstslide

Nationaalsocialisme
  • Nationaalsocialisme = Fascisme + racisme.​
  • De nationaalsocialisten hadden hun eigen politieke partij in Duitsland: de NSDAP.​
  • Hitler zei dat het verliezen van de oorlog de schuld was van de joden.​
  • --> De NSDAP was fascistisch, en was daarnaast tegen joden, dus ook racistisch.​
  • 'Nazi's' is een afkorting van nationaalsocialisten en zijn de volgelingen van Hitler.




Slide 11 - Tekstslide

Oefenvragen communisme, fascisme, nationaalsocialisme

Maak de oefenvragen.
Niet af = huiswerk.
Niet werken = langer blijven.

Slide 12 - Tekstslide